Als je op zoek bent naar een adoptiehond en het internet even afstruint dan kan je er niet naast kijken. Overal zie je wel foto’s opduiken van straathonden in het buitenland die dringend gered moeten worden. Veel van deze honden komen uit landen zoals Hongarije, Roemenië, Tsjechië, Slowakije, Portugal en Spanje. Vaak zie je foto’s van honden die in erbarmelijke toestanden verkeren en je hulp dus nodig hebben. Dan gaat ons hondenhart natuurlijk sneller slaan. We kunnen deze honden toch niet aan hun lot overlaten. Maar redden we deze honden wel door ze naar België te halen?
Verschil tussen een straathond en een zwerfhond:
In België en Nederland komen er amper zwerfhonden voor maar elders in de wereld is dit soms een groot probleem. Het aantal zwerfhonden wordt wereldwijd geschat op 600 miljoen. Dus ja er moet iets gedaan worden om deze honden te helpen! Echter moet je een duidelijk verschil maken tussen straathonden en zwerfhonden want niet alle honden die op straat leven zijn zwerfhonden.
De benaming zwerfhond is eigenlijk een algemene term die je kan onderverdelen in 4 subgroepen:
- loslopende honden met eigenaar (de hond loopt vrij rond maar heeft hij wel een eigenaar die voor hem zorgt)
- loslopende honden zonder eigenaar (gedumpte of ontsnapte honden die voor zichzelf moeten zorgen)
- gemeenschapshonden (dit zijn honden die van niemand zijn maar waar de gemeenschap voor zorgt)
- verwilderde honden (dit zijn honden die geboren zijn op straat en voor zichzelf zorgen)
Niet alle honden hebben er dus nood aan om ‘gered’ te worden. Het beeld van een zwerfhond op een vuilnisbelt op zoek naar eten is echter voor velen ondraaglijk. Je voelt je machteloos en wilt deze honden helpen. Daarom wordt er nu massaal ingezet op het vangen, steriliseren en ter adoptie aanbieden van deze honden onder de mom van ze een beter leven te geven. Je zou bijna kunnen zeggen dat het een ‘hype’ geworden is om een hond uit het buitenland te adopteren. Pas op, ik ben niet tegen het helpen en adopteren van buitenlandse honden maar je moet goed weten waarmee je bezig bent!
Een straathond is geen huishond:
Over zwerfhonden doen er helaas heel veel misverstanden met alle gevolgen van dien. Wekelijks krijg ik berichten van mensen met een buitenlandse hond die met hun handen in de haren zitten. De hond kan hier niet aarden, hij is bang van alles en begint te grommen als je in zijn buurt komt. Dit gaat niet enkel over honden die hier nog maar enkele dagen zijn maar meestal al maanden of soms zelfs jaren. Een zwerfhond in huis halen is niet zo evident als men denkt.
Helaas is het heel gemakkelijk om een buitenlandse hond te adopteren. Je ziet een foto waar je hart van smelt, je stuurt een mailtje met je gegevens en beantwoord misschien enkele vragen en een tijdje later wordt de hond afgeleverd. Per vliegtuig of boot worden ze getransporteerd naar ons land. Vaak worden ze daarna met een transportbus vervoerd naar een parking of tot bij jullie thuis. De honden zitten voor uren in een donkere, afgesloten ruimte die veel beweging en geluid maakt en ze weten niet wat er gebeurt. Tuurlijk dat je hond daarna gedragsproblemen zal vertonen vanwege alle trauma’s die hij heeft meegemaakt. Pas op, er bestaan degelijke organisaties die wel weten waar ze mee bezig zijn en die goeie screeningstesten doen alsook na opvolging van de hond.Lees volgend blogals je wil weten waar je moet op letten bij de adoptie van een hond!
Dan komen de eigenaars aan mijn deur kloppen met de vraag of ik hen kan helpen. Ik hoor telkens dezelfde verhalen: mijn hondje kwam van een dodingsstation, hij werd als pup gevonden op straat, hij is waarschijnlijk mishandeld,… maar wij hebben hem gered. De eerste vraag die ik mij stel is of de informatie wel klopt die de eigenaars hebben gekregen. Helaas hebben veel broodfokkers sinds corona een nieuwe handel gezien in de buitenlandse hond. Doe dus genoeg research voor je een hond adopteert!
Daarnaast moet je goed beseffen dat je een hond wel van straat kan halen maar dat hij daarom niet zomaar gewend zal raken aan een leven waarbij hij zich ‘gevangen’ voelt in een huis of aan de lijn. Honden die generaties lang op straat hebben geleefd, weten niet wat een kussen of een bench is, zijn niet gewend om samen te leven met mensen, laat staan dat ze weten wat het inhoudt om een gezinshond te zijn. Dat zorgt voor heel wat misverstanden want deze honden zijn gered dus ze zouden dankbaar moeten zijn.
Dikwijls hebben deze honden ook gezondheidsproblemen wat weer een effect heeft op hun gedrag. Doordat er vaak te weinig of verkeerde informatie wordt meegegeven, is iedereen de pineut van dit verhaal. Voor meer informatie kan ik jullie verwijzen naar het artikel van Tiny De Keuster in de Knack van Tiny De Keuster heeft hier een artikel over geschreven in de Knack van 2021: "Straathonden zijn geen huishonden". Zeker de moeite waard om even te lezen!
Een ware cultuurschok voor de buitenlandse hond!
Waar eigenaars van een buitenlandse hond ook niet bij stilstaan is dat de hond een heftige verandering beleeft wanneer ze in ons grijs, nat en koud land terecht komen. Veel van deze honden zijn temperaturen van boven de 15°C gewend en leven vrij op straat. Er zijn dus heel veel dingen die je hond niet kent en daarom is het belangrijk om stress-signalen te herkennen. Vaak willen mensen na enkele dagen gaan wandelen en komt er na die 1ste week reeds bezoek over de vloer. Wacht daar liever nog even mee tot je hond het leven hier en bij jullie in huis gewend is. Sommige honden zullen zelfs moeite hebben om hun behoefte buiten te doen. Ze zijn zodanig bang van alle vreemde geuren en geluiden dat ze vergeten dat ze moeten gaan of ze gaan helemaal niet. Dikwijls gebeuren er dan accidentjes in huis dus wees hier niet boos om! Hij doet het niet met opzet.
Eerst rust en veiligheid dan de rest!
Heel veel van deze honden kunnen weinig aan en hun stressemmer loopt heel snel over. Als eigenaar hebben we te hoge verwachtingen waardoor we onze hond te snel blootstellen aan iets waar ze nog niet klaar voor zijn. Daardoor ontstaan er gedragsproblemen dus je kan die beter voorkomen door op de best mogelijke manier van start te gaan met jullie nieuwe huisgenoot. Dit doe je vooral door het correct invullen van de basisbehoeften van je hond.
Bereid je goed voor door voldoende advies in te winnen. Je kan bij mij ook altijd een adviesgesprek boeken hieromtrent. Zorg voor voldoende rust en veiligheid vanaf het eerste moment. Beter kleine stapjes vooruit dan plots een grote achteruit. Ik kan je aanraden om mijn gratis webinar “De rugzak van je buitenlandse hond” te volgen op mijn youtubekanaal!
Ga je te snel dan kan het zijn dat je hond binnen 6 maanden ‘plots’ niet meer naar buiten wil of agressie begint te vertonen. Dat komt vanwege die volle stressemmer. Laat je hond op zijn eigen tempo de wereld ontdekken en laat hem vooral veel snuffelen. Snuffelen werkt namelijk stressverlagend. Lees hier meer over het belang van snuffelen. Daarnaast kan je die inwendige stress ook verlagen door je hond te voorzien van voldoende geschikt kauwmateriaal. Is je hond ergens bang van, dwing hem dan niet om er naartoe te gaan. Bewaar voldoende afstand van de prikkel en steun vooral je hond. Angst kan je namelijk niet belonen! Het is fijn voor je hond als je hem kan helpen en op die manier leert hij je ook te vertrouwen.
Heb je na het lezen van dit artikel of het volgen van het gratis webinar nog vragen over hoe je iets het beste kan aanpakken? Wens je extra begeleiding bij de opvoeding van je buitenlandse hond? Aarzel dan niet mij te contacteren! Samen gaan we dan stap voor stap of poot voor poot aan de slag.
Wanneer je hond gedrag vertoont dat je niet wenst dan is het niet altijd even gemakkelijk om dat gedrag af te leren. Lees hier meer over het afleren van ongewenst gedrag. Als de hond iets doet wat we niet prettig vinden dan wordt er al heel snel gebruik gemaakt van straf.
Het geven van straf gebeurt op verschillende manieren: - “neen” zeggen - je hond een berisping geven - iets afnemen - een ruk aan de lijn geven - de hond negeren - gebruik maken van een correctiemiddel - een time-out geven - …
Het principe van straffen:
Een correctie of straf is een handeling die wordt uitgevoerd waarbij het vertoonde gedrag wordt onderbroken, afneemt en/of stopt. Net daar schuilt het probleem met het straffen. Heel vaak moeten we de desbetreffende handeling meerdere keren herhalen of heeft het eigenlijk geen effect omdat het op de verkeerde manier gebruikt wordt.
Vele jaren geleden heeft men ontdekt dat er twee redenen zijn waarom honden bepaald gedrag niet meer zullen vertonen. Als het vertoonde gedrag geen voordeel geeft maar enkel energieverspilling is en als het gedrag iets onprettigs oplevert.
Via die redenering zijn mensen tot 2 vormen van straf gekomen: - het toedienen van iets onprettigs
- het wegnemen van iets prettigs
Op zich klinkt het dus gemakkelijk. Als je hond ongewenst gedrag vertoont dan straf je hem door middel van een correctie of neem je iets weg wat hij leuk vindt. Bij beide zit er echter een grote adder onder het gras! Het toedienen van iets onprettigs is een directe reactie op het vertoonde ongewenste gedrag en daarbij moet de timing dus perfect zijn. Heel vaak zijn we hierbij echter te laat en straf je de hond dus voor iets anders. Het wegnemen van iets prettigs is ook niet zo simpel want dan moet je eerst weten wat voor je hond de beloning is voor het vertoonde gedrag en wat hij leuk vindt. Je moet hier op voorhand dus heel goed over nagedacht hebben. Heel vaak denken mensen dat ze hun hond straffen door hem te negeren want honden zijn tenslotte sociale dieren en ze willen onze aandacht. Dit is enkel effectief als de beloning voor hun vertoonde gedrag onze aandacht is. Dat geldt echter voor heel weinig ongewenst gedrag en daarnaast is heel veel ongewenst gedrag ook zelfbelonend (blaffen, vernielen, graven, kauwen,…).
Straffen is niet goed voor het welzijn van je hond.
Vroeger lag de focus bij het opvoeden en trainen van honden steeds bij het toedienen van ongewenste dingen als de hond iets deed wat (in onze ogen) verkeerd of ongewenst was. Inmiddels wordt dit gelukkig afgeraden met de kennis die we de dag van vandaag hebben over de vele gevolgen van het geven van zowel fysieke als verbale straffen aan de hond. Honden hebben ook gevoelens en we moeten daar ook rekening mee houden!
Daarnaast hangen er grote risico’s vast aan het gebruik van straf: - de stress die het teweeg brengt is schadelijk voor de gezondheid van je hond - angst en stress tasten het leervermogen aan - de hond legt een negatieve link tussen de correcties en de persoon die ze toedient - er is een verhoogd risico op het ontstaan van ander probleemgedrag - er is een verhoogd risico op agressie - de hond kan tolerant worden aan de fysieke correcties - de hond kan negatieve associaties leggen met zijn omgeving - het zelfvertrouwen wordt serieus aangetast
- de band tussen de hond en eigenaar is beschadigd
Door middel van straf leert de hond dus dat hij het gedrag niet meer mag vertonen maar hiermee leert hij nog steeds niet wat er dan wel verwacht wordt. Modern bijgeschoolde hondentrainers en professionals weten inmiddels dat je gewenst gedrag het beste kan aanleren door de hond te belonen. Dit hoeft niet altijd met voer te zijn zolang de hond maar een positieve associatie kan maken. De hond leert namelijk dat het tonen van dat bepaald gedrag hem een voordeel oplevert. Het zorgt dus voor een beter hondenwelzijn, een sterke(re) band tussen de hond en eigenaar en het leervermogen zal groeien omdat hij vaker beloond wilt worden. De hond kan het ongewenste gedrag (bv. opspringen) niet gelijktijdig vertonen met het gewenste gedrag (bv. 4 poten op de grond). Daarom leggen wij welzijnsgerichte hondengedragsbegeleiders ons toe op het aanleren van gewenst gedrag i.p.v. het afleren van ongewenst gedrag! Hiermee leren we niet enkel de hond iets aan maar we kunnen het ongewenste gedrag ook voorkomen of laten stoppen. Voor ongetrainde mensen is dit een flinke uitdaging omdat wij gewend zijn vanuit onze opvoeding om te werken met straf. Iedereen vliegt weleens uit maar probeer dit niet doelbewust in te zetten. Als je correcties gebruikt is het dus belangrijk om te weten waarmee je bezig bent en wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn van je handelingen.
Alternatieven voor het straffen van je hond.
Gelukkig hoeven we onze hond niet altijd te straffen en pijn te doen om ervoor te zorgen dat hij het ongewenste gedrag niet meer vertoont. Laat ons dus even kijken naar wetenschappelijk onderbouwde alternatieve manieren om het gedrag van je hond te veranderen.
Management:
Het klinkt heel eenvoudig en dat is het eigenlijk ook. Door een simpele aanpassing in de omgeving kan je er reeds voor zorgen dat het gedrag niet meer voorkomt. Denk hierbij aan een hond die altijd blaft wanneer hij voetgangers ziet passeren voorbij het raam. Door het raam te blinderen met een gordijn of ondoorzichtige folie neem je het zicht voor je hond weg en hoeft hij niet meer te reageren. Wil je niet dat je hond onmiddellijk op het bezoek afstormt, plaats hem dan in een rustige ruimte of plaats een babyhekje. Het kan soms zo simpel zijn maar je moet het wel willen doen. Trainen is tijdrovend en vergt verschillende vaardigheden.
Stop met belonen van het ongewenste gedrag:
Heel veel ongewenst gedrag wordt onbewust beloont waardoor het in stand blijft of erger wordt. Honden die opspringen worden vaak weggeduwd en zien dit als spel. Als je luidkeels “nee” of “stop ermee” roept wanneer je hond aan het blaffen is dan doe je eigenlijk gewoon gezellig mee. Wil je dat je hond stopt met het vertonen van dit gedrag dan moet je op zoek gaan wat voor hem een beloning is en dit voorkomen. Wees hier consequent in en zorg dat andere mensen zich hier ook aan houden.
Beloon het gewenste gedrag:
Zoals reeds aangehaald is het eenvoudiger om je hond te belonen voor gedrag dat je wel wil zien in plaats van je hond te straffen voor ongewenst gedrag. Heel vaak geven we onze hond pas aandacht wanneer hij iets verkeerd doet of zelf aandacht zoekt. Hoe vaak heb jij je hond al beloond als hij gewoon rustig is? Die beloning hoeft niet altijd voer te zijn, het kan ook verbaal, een speeltje of een leuke activiteit zijn.
Beloon onverenigbaar gedrag:
Leer je hond alternatief gedrag aan dat je wel wenst. Als je bv. een voertje voor de neus van je hond houdt terwijl hij blaft dan zal hij moeten stoppen om het te ruiken en op te eten. Op het moment dat je hond stil is, geef je hem de beloning. Veel honden staan te springen en worden zot als de leiband wordt uitgehaald om te gaan wandelen. Wacht tot je hond rustig is en gaat zitten, dan pas ga je gaan wandelen. Wild doen en rustig zitten gaat namelijk niet samen. De beloning hier voor het rustig zitten is het openen van de voordeur om te gaan wandelen.
Tegenwoordig kan je heel veel middelen vinden die je helpen bij het trainen en opvoeden van je hond. Wat eigenaars niet weten of niet beseffen is dat die hulpmiddelen eigenlijk zéér dieronvriendelijk zijn en behoorlijk wat mentale en/of fysieke schade kunnen aanrichten bij hun hond.
Dieronvriendelijke ‘hulpmiddelen’:
In een voorgaand blog had ik het over wat je moet doen als je hond trekt aan de lijn.
Heel vaak wordt er dan aangeraden om gebruik te maken van correctiemiddelen zoals een sliplijn, anti-trektuig, Halti, Gentle-leader, Martingale,… . Vooral als het gaat om grote, sterke honden zoals Mechelse Herders, Pitbull-achtigen of Molossers.
Je kan het zo zot niet bedenken of het bestaat ergens op de markt. In de winkel of online kan je ontelbaar veel zogenaamde hulpmiddelen vinden om je hond rustig te leren wandelen, te laten stoppen met blaffen of laten stoppen met ander ongewenst gedrag te vertonen. Helaas zijn er ook nog veel hondenscholen en trainers die gebruik maken van deze ‘hulpmiddelen’. Laten we die verschillende zogenaamde hulpmiddelen even van dichter bekijken.
Sliplijn:
Een sliplijn is een lijn die vaak hoog in de hals gedragen wordt en letterlijk dichtsnoert als de hond begint te trekken. De luchtpijp en bloedvaten in de hals worden afgeklemd waardoor de hond naar adem moet snakken. Bij langharige honden blijft er heel vaak ook haar tussen de lijn steken wat op zich ook al pijn doet. In de plaats van een sliplijn noem ik het dus een wurglijn! Pas op een sliplijn kan handig zijn maar dan niet om te gebruiken als correctiemiddel. Ik gebruik vaak een sliplijn als ik bv. een hond vanuit het asiel snel moet aanlijnen. Andere benamingen voor een sliplijn die iets vriendelijker klinken zijn: jachtlijn, showlijn of trainingslijn.
Vroeger werd er ook dikwijls gebruik gemaakt van een slipketting. Vaak zaten hier dan nog eens pinnen op die rechtstreeks in de hals van de hond priemden. Gelukkig is die verboden sinds 2018 maar af en toe kom ik er wel nog eens eentje tegen in het asiel die wordt binnengebracht met zo’n ketting.
Er bestaan ook sliplijnen met een dubbele stop. De 1ste stop moet je zodanig afstellen dat de lus even groot is als de halsomtrek van je hond. De 2de stop zit iets verder zodat de lijn niet af kan. Beide stops zijn belangrijk: de 1ste zodat je de hals van je hond net niet kan dichtsnoeren en de 2de zodat je hond niet kan ontsnappen! Een Martingale of half Check halsband werkt op hetzelfde principe.
Anti-trektuigen:
Er bestaan verschillende anti-trektuigen maar ze werken allemaal op hetzelfde principe. Op de horizontale borstband hangt er een extra oog waar de riem of een tweede riem aan bevestigd kan worden. De hond kan (zogenaamd) niet meer trekken omdat zijn lichaam automatisch zijwaarts en uit balans wordt getrokken.
Dit kan dus een hulpmiddel zijn voor mensen die niet sterk genoeg zijn om hun hond te houden als die trekt. Dit is echter geen oplossing omdat de hond alsnog niet leert hoe het dan wel moet! Dit kan dus gebruikt worden als voorlopig management maar daarnaast moet er nog steeds getraind worden op het rustig leren wandelen. Contacteer mij voor een gratis kennismakingsgesprek als je hier hulp bij wenst.
Halti:
De Halti werkt op hetzelfde principe als een paardenhalster. Het is dus letterlijk een halster voor je hond. Het enigste verschil is dat die bij honden ook om de neus kan snoeren. Dat is de reden waarom de Halti ook een correctiemiddel is omdat het bijten over de snuit wordt nagebootst. Heel vaak is de Halti gemaakt van nylon en dit zorgt vaak voor brandwonden in de neus van de hond. Daarnaast geeft het bandje over de neus een constante druk waardoor de hond zich niet op zijn gemak voelt.
Gentle leader:
De Gentle leader klinkt ‘mooi’ maar je kan die perfect vergelijken met de Halti, alleen is hij zwaarder. Door de zwaarte wordt de constante druk van het ‘over de snuit bijten’ nagebootst en wanneer de hond zijn hoofd afwend wordt dit enkel nog versterkt.
Daarnaast bestaat er ook nog iets zoals de Follow me (weer zo’n ‘zachtaardige’ benaming). Dit is een tussenvorm tussen de Halti en de Gentle leader. Aan de onderkant zit er een extra bandje met oog waar men de riem aan bevestigd.
Deze hulpmiddelen zijn gebaseerd op een paardenhalster. Er zit echter een duidelijk verschil: een halster bij een paard wordt gebruikt om te leiden en niet om te corrigeren! Deze ‘hulpmiddelen’ mag je dus absoluut niet gebruiken om je hond te gaan corrigeren. Honden waarbij deze middelen dagdagelijks gebruikt worden kunnen later zelfs nekklachten hebben doordat het hoofd steeds zijwaarts wordt getrokken.
Anti blafbanden:
De bedoeling van een anti blafband is dat de hond gestraft wordt als hij blaft. De ene band geeft een stroomstoot (of een pieptoon) en de andere scheidt een citronellageur uit. De citronella blijft nog een tijdje in de omgeving van de hond hangen waardoor hij dus eigenlijk continu gestraft wordt ook al blaft hij niet meer.
Vaak zeggen mensen die een anti blafband gebruiken dat ze enkel de pieptoon gebruiken en niet de stroomstoten dus dat dit geen pijn doet voor de hond. Laat maar even een scherp geluid vlak naast jouw oren afgaan, het zal ook niet aangenaam aanvoelen en mensen beseffen vaak niet dat honden meer frequenties kunne horen dan wij.
Bij de anti blafbanden heb je 2 soorten: de ene werkt op de trilling van de stembanden en de andere op geluid. Bij de laatste kan het dus zijn als de hond van de buren blaft dat jouw hond ook een straf krijgt.
Blaffen is een natuurlijk communicatiemiddel voor je hond en hiermee probeert hij je iets duidelijk te maken. Ga dus op zoek naar de oorzaak waarom hij blaft i.p.v. hem te straffen! Ja, het blaffen zal stoppen maar vaak uit de hond zijn frustratie of angst dan in ander ongewenst gedrag.
Waarom ‘hulpmiddelen’ of beter gezegd correctiemiddelen wel werken:
Deze middelen worden heel vaak ingezet als quick fiks omdat de hond vaak na 1 of 2 keer gebruik stopt met het vertonen van het ongewenste gedrag. Hij wil namelijk de straf (of pijn) vermijden. Leer hier meer over het afleren van ongewenst gedrag. Zonder dat de eigenaar het beseft wordt het probleem hier vaak groter mee i.p.v. kleiner. De hond zal niet enkel een negatieve link leggen met jou als strafgever maar ook met de prikkel die hij op dat moment ziet. Vaak ontstaat er dus redirectie-agressie. Daarnaast zal een hond die trekt, blaft of uitvalt vanwege angst alleen maar angstiger worden omdat hij nu ook nog eens gestraft wordt voor het uiten van zijn emotie. De band tussen de eigenaar en de hond zal steeds slechter worden. Honden die door een vreemde trainer op deze manier gecorrigeerd worden zullen hun vertrouwen in mensen verliezen. Als je geluk hebt zal hij dus enkel die persoon gaan haten maar hij kan ook veralgemenen en elke vreemde als een bedreiging gaan zien.
Eenvoudig uitgelegd worden deze middelen dus ingezet door mensen met weinig tot geen kennis over het gedrag van honden. Heel vaak is er bij het vertonen van ongewenst gedrag sprake van miscommunicatie tussen de hond en de eigenaar. De eigenaar begrijpt namelijk niet waarom de hond dit gedrag vertoont en de hond voelt zich niet begrepen/gesteund. Daarom is het zo belangrijk om je te verdiepen in de taal van je hond zodat je weet hoe hij zich voelt en je zoveel als mogelijk begrijpt wat hij je probeert duidelijk te maken. Op die manier hoeft het gedrag en/of de situatie niet te escaleren en kan je hem op de juiste manier helpen. Wens je hier begeleiding bij op een welzijnsgerichte manier, aarzel dan niet om mij te contacteren. Bekijk even mijn aanbod in gedragsbegeleiding of boek een gratis kennismakingsgesprek.
De grootste ergernis van een hondeneigenaar is een hond die trekt aan de lijn. Je arm wordt uitgerokken, je vliegt van hier naar daar of hij sleurt je tegen de grond. Sommige leggen er zich gewoon bij neer waardoor ze minder of zelfs niet meer gaan wandelen. Anderen gaan op zoek naar hulp. Is het noodzakelijk om elke dag met je hond te gaan wandelen? Dat lees je hier.
Waarom trekt een hond aan de lijn?
Het eerste antwoord dat je dikwijls op deze vraag zult krijgen is dat je hond dominant is. Hij wil overal de eerste zijn en speelt daarom de baas over jou. Dit idee is absurd en reeds lang achterhaald. Lees hier meer over dominantie bij honden.
Het antwoord is echter iets ingewikkelder aangezien er verschillende redenen kunnen zijn waarom je hond trekt. De 2 meest voor de hand liggende redenen zijn:
- Het wandeltempo van je hond ligt gewoon hoger. Draf is een normale wandelgang voor honden maar voor veel mensen gaat dit te snel, zeker als we spreken over een grote hond. Draf is een tweetakt gang waarbij de diagonale poten gelijktijdig naar voor of achter bewegen.
- Je hond heeft een geur opgepikt die hij van naderbij wil onderzoeken. Honden ontdekken namelijk de wereld via geur, via hun neus nemen ze ongelofelijk veel informatie op. Lees hier meer over het belang van snuffelen. Zo kunnen ze uit de geur van een ander zijn plasje afleiden als het om een reutje of een teef gaat, als die gezond of ziek is, ze kunnen zelfs achterhalen wat de andere hond heeft gegeten.
Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog andere redenen die iets minder voor de hand liggen en waarbij je dieper moet gaan zoeken naar de werkelijke oorzaak:
- Hij heeft (nog) niet geleerd hoe rustig te wandelen. Het kan zijn dat de hond nooit geleerd heeft hoe hij rustig moet wandelen aan de lijn en contact moet houden met de eigenaar. De hond heeft nooit geleerd hoeveel ruimte hij krijgt en wat er van hem verwacht wordt als hij het einde van de lijn (bijna) bereikt.
- Het wandelen aan de lijn is op de verkeerde wijze aangeleerd. Heel veel eigenaren volgen puppylessen en/of leren hun pup wandelen aan de lijn. Waar men zich hier hoofdzakelijk op gaat focussen is het niet trekken aan de lijn. De pup wordt voortdurend gecorrigeerd voor het trekken of niet volgen. Wat hij echter niet leert is wat er dan wel van hem verwacht wordt -> rustig wandelen met een slappe lijn. Ik zie dit ook nog vaak gebeuren bij volwassen honden. De hond trekt en de eigenaar trekt tegen, stopt met wandelen of gaat de andere kant uit om 5 seconden later opnieuw hetzelfde te doen. Daarnaast kan men ook gebruik maken van allerlei hulpmiddelen. Hierover meer in een volgend blog waarom dit (niet) werkt.
- Je hond trekt omdat het hem iets oplevert. Je hond heeft iets lekkers geroken en trekt plots aan de lijn. Jij wordt meegesleurd en hij bereikt het geurende goedje. Hij ziet een andere hond en wil kennismaken dus begint te trekken aan de lijn. Jij als eigenaar wil je pup socialiseren of wil een babbeltje doen en gaat dus dichter. Je doet steeds dezelfde wandeling naar de losloopweide waar je hond vrij kan. Het kan voor hem niet snel genoeg gaan en eenmaal aangekomen dan gaat hij onmiddellijk los. 3 voorbeelden van een successituatie voor je hond waarbij hij eigenlijk ‘beloont’ werd voor het trekken. Logisch toch dat je hond dan denkt: “als ik trek dan kom ik er wel”.
- Je hond voelt zich niet op zijn gemak. Als het wandeltempo van je hond hoger ligt dan normaal (stap of draf) dan kan je beter even nadenken over hoe je hond zich voelt tijdens de wandeling. Misschien vindt hij het spannend of is hij onzeker over dingen die hij hoort of ziet en wil hij vluchten. Misschien heeft hij vroeger al eens een confrontatie gehad aan de lijn met een andere hond. Dan is het geen kwestie van trainen maar dan is het trekken aan de lijn een symptoom van een groter onderliggend probleem. De adrenaline die aangemaakt wordt in het lichaam tijdens een stressvol moment zorgt ervoor dat je hond sneller kan bewegen waardoor hij harder begint te lopen en dus trekt aan de lijn. De lijn zit op dat moment eigenlijk gewoon in zijn weg.
Ik wil ook nog even vermelden dat honden helaas zelden beloont worden voor het rustig wandelen aan een slappe lijn. Voor veel eigenaren is dit gewoon normaal gedrag dus waarom zouden we het moeten belonen. De hond krijgt hooguit af en toe een “flink zo” of “brave jongen/meisje” te horen. Je hond trekt dus omdat het hem iets oplevert! Zorg er dus de volgende keer voor dat je hond beloont wordt als hij rustig aan een slappe lijn wandelt.
Hoe stop ik het trekken aan de lijn?
Eerst en vooral is het belangrijk om de reden te achterhalen, dan pas kan je gericht gaan werken. Het spreekt voor zich dat je oorzaak nummer 6 anders zal aanpakken dan oorzaak nummer 3. Het niet of verkeerd aanleren van het rustig wandelen aan de lijn kan je heel eenvoudig aanleren met de hulp van een goede trainer. Dit wil dus zeggen dat je geen gebruik gaat maken van correcties of hulpmiddelen zoals een slipketting of gentle-leader!
Begrijp goed dat ‘niet trekken’ niet hetzelfde is als volgen aan de lijn. In het begin lijkt dit hetzelfde maar het eindresultaat is iets heel anders. Bij ‘volgen’ moet je hond namelijk zijn focus continu bij jou houden. Dit is geen natuurlijke manier van wandelen en als je hond dit voor een lange tijd moet doen dan is dit zeer belastend voor zijn nek. Je hond krijgt geen vrijheid en staat continu onder appèl. Bij ‘niet trekken’ is het gewoon de bedoeling dat je hond niet trekt. Hij krijgt de nodige vrijheid om te gaan snuffelen en wandelen zoals hij wilt, samen met jou.
Er zijn 2 methoden die vaak worden gebruikt voor het afleren van trekken aan de lijn. Ik wil op beide methoden even dieper ingaan en nadien kunnen jullie zelf beslissen welke nu het beste werkt (voor jullie hond).
- Methode 1: trekken is geen beloning. Vanaf het moment dat je hond begint te trekken ga je stoppen met wandelen of je verandert van richting. Belangrijk is dat je dit consequent gaat toepassen en daar loopt het vaak mis. Elke seconde voor 5 minuten stil gaan staan of de ander richting uit moeten lopen, daar hebben we geen tijd voor of zin in. In het begin ga je dit dus met volle moed uitproberen maar al heel snel geef je het op. Als je hond de volgende keer opnieuw trekt of blijft doortrekken dan wandel je gewoon verder want je moet terug naar huis. Wat heeft je hond dan geleerd? Precies, “als ik maar hard en lang genoeg trek dan geraak ik vooruit”. Het stoppen en keren werkt trouwens niet enkel op jouw zenuwen maar ook op die van je hond. Hij begrijpt namelijk niet waarom je zo onnozel doet. Ik kan het je hond ook niet kwalijk nemen, het ziet er ook belachelijk uit. Toch kan deze methode werken, in combinatie met de onderstaande!
- Methode 2: slappe lijn is beloning. Het is belangrijk dat je je hond vooral in het begin heel vaak gaat belonen voor rustig wandelen aan een slappe lijn. Je leert dit eerst aan in een prikkelarme, gekende omgeving zoals binnen in huis of jullie tuin. Begin met 1 stap en zo ga je opbouwen. Vaak wordt hier gebruik gemaakt van voer omdat dit het eenvoudigste is. Eenmaal je hond 10 stappen rustig aan de lijn kan zetten dan verander je van omgeving en maak je het iets moeilijker. Begin terug vanaf stap 1 en verwacht niet te veel te snel van je hond. Wanneer je hond het rustig wandelen aan de lijn goed kan in verschillende omgevingen dan kan je de beloningen gaan afbouwen. Belangrijk: dit wil niet zeggen dat je helemaal niet meer gaat belonen! Je geeft minder voer of je verandert de beloning in iets anders zoals een spelmomentje, een stukje vrij mogen lopen, contact met een andere gekende hond, een snuffelmoment,… .
De andere kant van de lijn:
Als je hond trekt aan de lijn dan wordt er vooral gekeken naar het gedrag dat je hond vertoont maar wat eigenaars echter vaak vergeten is de invloed die zij hebben. We hangen aan het andere uiteinde van de lijn dus staan we in verbinding met onze hond. Onze lichaamshouding en energie hebben ook een invloed op het gedrag van onze hond. Vooraleer je nu denkt dat ik de weg insla van César Milan, geen paniek, ik weet wel beter! Het gaat mij niet over de baas of de leider van de roedel zijn maar het gaat mij wel over bewust zijn van je eigen gevoelens en lichaamshouding. Als jij gespannen of onzeker bent dan voelt je hond dat aan.
Als we gaan wandelen met onze hond dan hebben we vaak ook geen aandacht voor ze of toch niet bewust. We zijn bezig met onze gsm, luisteren naar muziek of een podcast of denken na over wat we later nog allemaal moeten doen. Wij zijn vaak met van alles en nog wat bezig en onze hond is bezig met alles in zijn omgeving behalve ons. Een leuke oefening tijdens de wandeling (die er ook voor zorgt dat je hond minder trekt) is de ‘auto check-in’ van Suzanne Clothier. Hierbij leert je hond om regelmatig even naar jou te kijken (checking in). Doordat je dit gedrag gaat belonen leert je hond dat jij ook interessant bent, misschien wel interessanter dan de omgeving. Je gaat je hond dus gewoon elke keer belonen wanneer hij tijdens de wandeling naar je kijkt. Je gaat hier geen commando voor gebruiken! Als je hond echt nooit aandacht voor je heeft dan kan je hem lokken met een geluid of door te fluiten. Later kan je de uitbundige beloning afbouwen via een variabel schema dus je beloont niet meer elke keer.
Heel vaak is er sprake van miscommunicatie tussen de hond en zijn eigenaar. Ze begrijpen elkaar niet en dat kan zorgen voor frustratie of andere emoties. Die emoties hebben ook weer een invloed op jullie gedrag. Wees bewust van wat je uitstraalt en hoe je hond zich voelt. Wil je hier hulp bij, aarzel niet mij te contacteren.
Fijn aan de lijn:
Trekken aan de lijn is voor niemand leuk, niet voor jou maar ook niet voor je hond. Als je een hond hebt die vaak trekt dan ga je de wandelingen al heel snel inkorten of verminderen. Te weinig wandelen of actief bezig zijn verhoogt het risico op overgewicht en andere gedragsproblemen.
Het trekken aan de lijn zorgt ook voor veel frustratie en stress bij beide partijen. Het zorgt voor een verhoogde hartslag, bloeddruk en stresshormonen, schade aan de nek, schildklier, speekselklieren en mogelijk de ogen. Er is dus niks positiefs aan het trekken aan de lijn.
Pups die van jongs af aan geleerd hebben om te trekken aan de lijn denken dat dit de manier is om ergens te komen. Dit gedragspatroon kan je later heel moeilijk veranderen, zelfs als het pijnlijk is voor je hond. Leer je hond dus van jongs af aan op de juiste manier rustig wandelen aan een lijn.
Hulpmiddelen zoals slipkettingen, Martingales, Halti’s of Gentle Leaders veroorzaken enkel pijn. Er ontstaat namelijk meer spanning rond de nek of neus van je hond wanneer hij trekt. Hoe harder hij (of jij) trekt, hoe pijnlijker het is. Je hond zal dus op een gegeven moment stoppen met trekken. Helaas niet voor de juiste reden en hij heeft nog steeds niet geleerd hoe het dan wel moet. De gevolgen van het gebruik van deze middelen worden vaak ook nog onderschat. Leer bij over waarom het gebruik van correctiemiddelen niet de oplossing is.
Gelukkig bestaan er ook diervriendelijke manieren om je volwassen hond rustig te leren wandelen aan de lijn. Daarom heb ik het traject “Fijn aan de lijn” gecreëerd. Tijdens dit traject gaan we ons verdiepen in de lichaamstaal van je hond maar ook die van jou. We gaan leuke spelletjes spelen waarbij de onderlinge band met je hond versterkt wordt. Dit gebeurt in kleine groep van maximum 3 honden zodat ik genoeg tijd en ruimte heb om jullie individueel te begeleiden. We starten met een online theorieles zodat je begrijpt waarom je hond niet rustig kan wandelen aan de lijn en welke uitrusting het meest geschikt is.
Wandelen is een leuke manier om samen bezig te zijn, te genieten en de wereld te ontdekken maar wat als je hond in de remmen gaat (bevriest) of helemaal niet wil wandelen? Moet je hem dan meesleuren aan de riem of zijn er andere mogelijkheden?
Wist je dat dit een veel voorkomend probleem is die eigenlijk nog wat in de taboesfeer hangt? Veel eigenaars foeteren, trekken en sleuren omdat ze denken dat hun hond weer eens koppig of ongehoorzaam is. Vaak wordt er ook gezegd dat we dagdagelijks moeten gaan wandelen met onze hond maar is dit wel zo? Is dagdagelijks wandelen een noodzakelijke behoefte van onze hond? Je hond vertoont dit gedrag niet zonder reden en zeker niet omdat ze koppig zijn! Er kunnen verschillende oorzaken aanwezig zijn: gedragsmatig, medisch of omgevingsgerelateerd.
Dit is gedrag die bij heel veel honden voor komt maar waar weinigen hulp voor gaan inschakelen of op zoek gaan naar de achterliggende oorzaak. Doordat veel eigenaars hun hond gewoon meesleuren kan dit er net voor zorgen dat de hond nog vaker in de remmen gaat of de volgende keer misschien gewoon helemaal niet meer wil gaan wandelen. Laten we ons hier dus wat meer verdiepen in de mogelijke oorzaken.
Waarom wil mijn hond niet wandelen?
De beste manier om de oorzaak te achterhalen kan je bereiken door het gedrag van je hond te gaan observeren. Hou even een dagboek bij voor een week en noteer op welke momenten je hond blokkeerde tijdens de wandeling. Wat gebeurde er vooraf, in welke omgeving ben je aanwezig, zie je bepaalde prikkels,… . Je gaat op zoek naar de antecedent, de reden waarom je hond stopt met wandelen.
Fysieke problemen:
Kan je geen exacte oorzaak vinden dan is het belangrijk om je hond medisch te laten controleren op eventuele pijn. Zeker als het gedrag plotseling ontstaat en regelmatig voorkomt. Het is niet omdat je hond niet mankt of jammert dat hij daarom geen pijn ervaart. Jonge honden kunnen ook pijn ervaren, denk hierbij aan buikpijn of eventuele misvormingen in de rug, heupen of ledematen. Groeipijn, rugpijn of spierpijn kan ook een reden zijn waarom je hond niet wil wandelen. Je hond kan het je helaas niet zomaar vertellen. Een geknelde zenuw in de nek kan ook zorgen voor pijn tijdens het dragen van een halsband en het wandelen, meestal dan veroorzaakt door het vele trekken aan de lijn van de eigenaar of de hond. Vindt je dierenarts niks dan kan een bezoek aan een fysiotherapeut of osteopaat ook soms het antwoord geven.
De weersomstandigheden kunnen er ook voor zorgen dat je hond het te koud of te warm heeft en hierdoor niet wil wandelen. Grote honden zijn vatbaarder voor warmte en kleine honden zijn net vatbaarder voor koude (ook van hevige wind). Sommige honden houden er ook niet van om nat te worden en weigeren dus om te gaan wandelen wanneer het regent.
Als je hond de ganse dag reeds actief bezig is geweest of hij is reeds een jaartje ouder dan kan het ook zijn dat je hond gewoon te moe is en daarom niet meer wil wandelen. Daarom is het ook belangrijk om te gaan kijken wat er voordien allemaal gebeurt is.
Verkeerde uitrusting:
Het kan zijn dat je hond ergens pijn ervaart of dat de uitrusting niet goed past voor je hond. Ik raad iedereen aan om met een y-vormig harnas te gaan wandelen zodat je hond niet belemmerd wordt in zijn beweging. Daarnaast wordt er ook geen druk uitgeoefend op de gevoelige hals en nek van je hond. Hierbij is het wel belangrijk dat het aandoen van het harnas op een positieve manier wordt aangeleerd en dat je hond zich hier veilig en op zijn gemak in voelt. Maak geen gebruik van een flexi als je hond trekt, of als jij zelf vaak trekt aan de lijn. Zeker niet in combinatie met een halsband! Gebruik liever een 3m vaste lijn en leer die op de juiste manier te hanteren. Zo heb je ook een beter contact met je hond.
Traumatische ervaring:
Je hond kan bang zijn voor ‘iets’ dat jullie tegenkomen. Denk hierbij aan andere honden, vreemde mensen, verkeer, andere geluiden,… . Het kunnen zelfs bepaalde geuren zijn want de neus van je hond is nu eenmaal beter ontwikkeld dan die van ons.
Dit gedrag komt vaak voor bij honden die ondergesocialiseerd zijn maar wist je dat je een hond ook kan oversocialiseren of zelfs onbewust kan traumatiseren. Leer hier bij over het socialiseren van je hond.
Het kan ook zijn dat het iets is wat vroeger gebeurt is. Dit kan op dezelfde plek zijn maar ook een plek of situatie die erop lijkt. Op het moment dat je hond ergens van schrikt wordt er een herinnering in de hersenen aangemaakt, welbepaald in de amygdala en hippocampus, waardoor je hond de volgende keer sneller kan reageren. Dit kan een invloed hebben op zijn latere gedrag (contextgebonden). Honden leggen namelijk associaties dus als er iets beangstigend of overweldigend is gebeurt op een wandeling dan zullen ze verwachten dat dit in dezelfde situatie opnieuw kan gebeuren. Daarom gaan ze die omgeving/omstandigheden willen vermijden. Het is soms moeilijk om de exacte trigger te achterhalen.
Bij een traumatische ervaring gaat de hond meestal op 2 manieren reageren: bevriezen of vluchten. Voelt je hond zich onveilig dan is het belangrijk dat je hier gehoor aan geeft (zolang het veilig is). Honden die geen controle hebben over de wandeling en regelmatig meegesleurd worden aan de lijn kunnen de wandeling ook niet meer leuk vinden en daarom in de remmen gaan ter anticipatie op het sleuren.
Als je hond in huis reeds aangeeft dat hij niet wil gaan wandelen dan is dit een anticipatie op één van bovenstaande oorzaken. Fysiek en mentaal gezonde honden vinden het altijd leuk om mee te gaan wandelen. Het kan natuurlijk ook wel eens voorkomen dat je hond op dat moment gewoon geen zin heeft. Weet dat dit ook perfect normaal gedrag is. Gebeurt dit eenmalig dan hoef je je niet onmiddellijk zorgen te maken.
Mijn pup wil niet wandelen.
Een pup heeft geleerd dat zijn nest zijn veilige plaats is, dicht bij zijn moeder, broertjes en zusjes. Vanuit die plek kan hij rustig de wereld gaan ontdekken. In het begin blijven ze dicht in de buurt zodat ze snel terug kunnen als ze zich onveilig voelen.
Eenmaal de pup bij jullie thuis komt dan wordt dit zijn veilige haven. Voor sommige pups is de buitenwereld druk en spannend. Doordat ze niet snel terug naar hun veilige plek kunnen, vinden ze het moeilijk om met die prikkels om te gaan. Forceer je pup dus de eerste dagen/weken niet om naar buiten te gaan. Stap voor stap zal hij zelfzekerder worden en meer nieuwsgierigheid krijgen waardoor hij gemakkelijker over die drempel gaat.
In het begin kan je je pup aansporen door op je hurken te gaan zitten en hem met een vrolijke stem bij je te roepen. Beloon je pup met een voertje of verbaal vanaf het moment dat hij een stap in jouw richting zet. Let er hierbij wel op dat je je pup niet gaat lokken met voer. Het beste beloon je ook niet wanneer je pup gaat zitten. Bouw deze stapjes op: in het begin verwacht je 1 stapje, daarna 2, daarna 3,… . Op die manier kan je het aantal passen langzaam opbouwen en leer je je pup ook rustig wandelen aan de lijn. Kies daarna een kort rondje waardoor je voorspelbaarheid creëert. Soms gaat het ook iets gemakkelijker als je op een vreemde plaats gaat wandelen. Het kan namelijk moeilijk zijn voor je pup om jullie veilige thuis te moeten verlaten. Dit zijn hondjes die vaak aan de voordeur of op de oprit in de remmen gaan.
Wat moet je doen als je hond niet wil wandelen?
Eerst en vooral ga je medische oorzaken uitsluiten en kijken voor de geschikte uitrusting. Als je zeker bent dat dit in orde is dan kan je gaan zoeken op welke prikkels je hond eventueel kan reageren. Dit kan je doen door het bijhouden van een dagboek.
Vermijd de plaatsen waar je hond op deze manier reageert. Vertoont hij het gedrag bv. enkel wanneer je langs een drukke straat wandelt? Zoek dan een rustig veldje of ga wandelen in het bos.
Op het moment dat je hond in de remmen gaat dan blijf je zelf even staan. Geef hem de tijd om zijn omgeving te observeren en informatie op te nemen. Ga hem vooral niet meesleuren maar steun hem. Ga naast je hond zitten als hij fysiek contact nodig heeft. Het kan zelfs helpen door gewoon rustig te benoemen wat er te zien is en je hond op deze manier gerust te stellen. Leer hier bij over angst bij honden. Nodig hem na enkele minuten opnieuw uit om verder te gaan wandelen. Weigert je hond om verder te gaan, wissel dan even van richting en kijk als dit helpt. Dat geeft je een aanduiding dat hij een bepaalde omgeving wil vermijden of liever de andere kant uit wandelt. Hou er rekening mee dat je eigenlijk voor je hond gaat wandelen dus waarom zou hij de richting dan niet mogen bepalen.
Zorg dat de wandeling terug leuk wordt voor je hond. Tijdens de wandeling is het belangrijk dat jullie ook nog steeds in contact staan met elkaar. Leer de juiste lijnvaardigheden zodat je je hond op de correcte manier kan begeleiden tijdens de wandeling. Zorg ervoor dat hij jou kan vertrouwen en dat hij weet dat je hem steunt. Werk aan het zelfvertrouwen van je hond. Het kan zijn dat hij een betere connectie moet krijgen met jou of dat hij meer zelfvertrouwen moet krijgen in nieuwe omgevingen. Forceer je hond niet om de richting uit te gaan die hij niet wil. Je zal zijn vertrouwen meer winnen door gehoor te geven aan zijn gevoelens en een andere richting uit te gaan. Op dat moment neem jij de leiding over, deal je met het onrustige gevoel of de angst die je hond ervaart en help je hem om terug tot rust te komen.
Wanneer je hond jou meer gaat vertrouwen als zijn beschermer zal je hond automatisch minder stoppen tijdens de wandeling. Doordat je voorlopig de situaties/prikkels vermeden hebt waar je hond ongerust over was, is zijn stressniveau laag genoeg zodat hij opnieuw in staat is om te leren. Lees hier meer over de stressemmer van je hond en welke invloed dit kan hebben op zijn gedrag.
Ga op dit moment aan de slag met de angsten van je hond zodat hij zich geen zorgen meer hoeft te maken. Besef dat je de angst van je hond niet zomaar in 1,2,3 kan veranderen en dat dit dus tijd en geduld vergt. Het proces verloopt vaak met babystapjes en kan je dan ook het beste onder begeleiding van een gedragsspecialist doen. Het is belangrijk dat je hond een positieve associatie leert leggen met de prikkel die hem ongerust maakt. Ga je te snel of is je hond te dicht bij de prikkel dan kan dit zorgen voor een negatieve ervaring waardoor je hond een bevestiging krijgt dat hij ongerust/angstig moet zijn. Dit is iets wat je zeker wil vermijden.
Het is niet leuk als je hond niet wil wandelen of plots (meerdere keren) abrupt stopt tijdens de wandeling. De oorzaak vinden voor dit gedrag kan soms echt een zoektocht zijn, wetende dat de meeste honden reeds staan te springen om te gaan wandelen wanneer de lijn tevoorschijn komt. Vanwege de moeilijkheid om alle puzzelstukjes te vinden is het aangeraden om een gedragsspecialist in te schakelen wanneer dit gedrag vaak voorkomt tijdens de wandeling. Neem even een kijkje bij bovenstaande mogelijke oorzaken en geraak je er zelf niet aan uit, aarzel dan niet om mij te contacteren.
Als je een hond aanschaft dan moet je elke dag meerdere keren gaan wandelen zodat ze voldoende beweging krijgen. Althans dat is wat er van alle daken wordt geschreeuwd maar klopt het? Om hier een antwoord op te krijgen moeten we dit gaan nuanceren.
Het is een feit dat je hond de kans moet krijgen om zijn behoefte te doen en dat we ze genoeg fysieke activiteiten moeten aanbieden maar is het daarom noodzakelijk om met je hond te gaan wandelen? Ik denk hierbij aan eigenaars van angstige of reactieve honden. Voor deze honden (en hun eigenaar) kan de wandeling namelijk het meest stressvolle moment zijn van de hele dag waar geen van beide naartoe uitkijkt. Ben je zo’n eigenaar dan ga je een opluchting laten na het lezen van dit blog. Het zal je namelijk duidelijk worden dat er naast gaan wandelen met je hond nog genoeg alternatieven bestaan!
Ben je eigenaar van een stabiele hond dan moet je nog steeds rekening houden met verschillende factoren zoals het ras, de leeftijd, zijn energieniveau en niet te vergeten hoe je hond zich bij een wandeling voelt! Laten we deze factoren even van naderbij bekijken.
Rasgebonden factoren zijn belangrijk.
Er bestaan heel veel verschillende soorten rassen en elk ras is gefokt met een bepaald doel. Denk hierbij aan jachthonden, waakhonden, veedrijvers, retrievers en zelfs de ‘gewone’ huishond. Daarnaast moet er ook gekeken worden naar de werkdrift van de hond. Een hond uit een werklijn wordt gefokt voor zijn werklust dus die zullen meer uitdaging nodig hebben. Showlijnen worden meer gefokt voor het uiterlijk, wat niet wil zeggen dat je niks met deze honden moet doen. Honden met een hoge werkdrift die in een gezin terecht komen waar men weinig actief bezig is, zullen zelf op zoek gaan naar hun uitlaatklep. Dit kan zich uiten in ongewenst gedrag zoals overmatig blaffen, stelen, vernielen,… . Daarom kijken we als gedragstherapeut steeds eerst naar de invulling van de basisbehoeften bij probleemgedrag. Vanwege deze reden worden er helaas meer en meer jonge honden (tussen 1 en 3 jaar) herplaatst of naar een asiel gebracht omdat ze ‘te druk’ zijn of dat ze de hond niet kunnen bieden wat hij nodig heeft. Doe van te voren dus voldoende opzoekingswerk over het ras dat je in huis wenst te halen zodat je je hond (en je gezin) deze ellende kan besparen!
Rassen waarbij de nodige mentale en fysieke uitdaging nogal eens onderschat wordt zijn Herders, Beagles, Rottweilers, Staande honden, Spaniëls, Terriërs, Collies en Aussies. Uithoudingsvermogen, doorzettingsvermogen en snel leren zijn belangrijke eigenschappen van deze honden. Werkloze werkhonden zijn niet gelukkig en vaak is er dan toename van stress en frustratie wat zich uit in agressie, asociaal gedrag of nervositeit. Daarnaast kunnen er ook fysieke problemen ontstaan zoals vacht- en huidproblemen of problemen met de spijsvertering. Werkhonden hebben daarom een taak nodig. Ze willen het liefst samenwerken met de eigenaar: opdrachten krijgen, moeilijke puzzels uitwerken, samen speuren of behendigheid doen. Deze honden hebben dit nodig om gelukkig te zijn. 1 of 2 wandelingen op een dag van 1u is dus niet genoeg. Ze moeten ook mentaal uitgedaagd worden en hun hersenen kunnen gebruiken! Voldoe je aan deze eisen dan is je werkhond ook geschikt als huishond want fysiek en mentaal is hij voldaan waardoor hij in huis tot rust kan komen.
Creëer een balans tussen fysieke en mentale uitdagingen.
Elke hond moet gedurende de dag genoeg beweging krijgen zowel werkhonden als gezelschapshonden. Beweging bestaat uit meer dan enkel wandelen. Er bestaan meer dan 200 verschillende soorten activiteiten die je kan doen met je hond. Je kan met je hond spelen, ze trucjes aanleren en zelfs kauwen en snuffelen telt mee.
Kauwen en snuffelen is iets wat heel vaak over het hoofd wordt gezien als activiteit maar toch o zo belangrijk is voor je hond! Beide activiteiten zorgen ervoor dat de inwendige stress verlaagt waardoor ze kalm en moe worden. Wist je dat 15 minuten kauwen of snuffelen hetzelfde is voor je hond als 1u wandelen? We kunnen telkens nieuwe spelletjes uitvinden of huidige activiteiten aanpassen. Belangrijk hierbij is te weten waar je hond het moeilijk bij heeft en welke niveaus hij op dit moment aankan.
Wissel je gewone wandeling eens af met een snuffelwandeling! Een hond ‘ziet’ de wereld met zijn neus. Geuren zijn voor hen zeer belangrijk omdat ze er informatie uit halen waardoor ze de situatie in kaart kunnen brengen. Op die manier kunnen ze beter beslissen als er gevaar is en welke copingstrategie ze moeten gebruiken. Een snuffelwandeling doe je met een y-vormig harnas en een lange lijn van minimum 3 meter. Je laat je hond leiden en jij volgt. Stopt je hond dan stop jij ook en wacht je gewoon tot hij uitgesnuffeld is. Kijk ondertussen eens goed naar het lichaam van je hond. Je zal er verstelt van staan hoeveel verschillende signalen je ziet. Lees hier meer over het belang van snuffelen.
Een gewone wandeling gebeurt dikwijls op ‘automatische piloot’. Jij leidt en je hond moet maar volgen. Hij krijgt dus heel weinig mentale stimulatie. Op zo’n moment ga je enkel werken aan de fysieke uithouding van je hond waardoor hij steeds meer nodig zal hebben om voldaan te zijn. Misschien heb je dit al meegemaakt dat je 2u bent gaan wandelen en toen je thuis kwam was je hond nog niet moe. Laat ons er even van uit gaan dat een overvolle stressemmer hier niet de oorzaak van is.
Mentale uitdagingen zijn ook belangrijk voor je hond.
Zet die hersens aan het werk! Denk hierbij aan gehoorzaamheidstraining, het aanleren van nieuwe trucjes, behendigheidssporten of hersenwerk. Hieronder enkele voorbeelden.
- Kauwen: Geef je hond een lekker kauwsnack waarmee hij zich in stilte kan bezig houden. Gebruik hiervoor 100% natuurlijk gedroogde snacks en blijf weg van de rawhide die je in de supermarkt kan kopen. Hier zitten namelijk heel veel chemische bestandsdelen in die schadelijk zijn voor je hond. Wist je dat je een kauwsnack ook kan inzetten als je hond het moeilijk heeft met bezoek? Plaats hem in zijn veilige ruimte met een kauwsnack. Op die manier krijgt je hond een beloning voor zijn rustig gedrag, kan hij zijn inwendige stress verlagen en hoef je je hond niet continu in de gaten te houden uit angst dat hij zou uitvallen naar bezoek. Win-win dus!
- Voedselverrijking: Een hond moet niet altijd werken voor zijn eten maar het is wel leuker en handiger als je het niet altijd gewoon uit zijn bak geeft. Denk hierbij aan voederballen, een snuffelmat, een opgevulde kong, een lickimat,… . Op die manier kan je hond zijn eten niet schrokken en door de activiteit zijn ze nadien iets vermoeider wat ideaal is wanneer ze alleen moeten blijven.
- Spel: Samen spelen is belangrijk voor het creëren van een goede connectie tussen hond en eigenaar. Denk hierbij aan zoekspelletjes, trekspelletjes of het spelenderwijs aanleren van commando’s. Je kan werken aan de zelfstandigheid, impulscontrole en het zelfvertrouwen van je hond. Daarnaast leer je bij over hoe honden communiceren met hun lichaamstaal. Als je een andere leuke stabiele hond kent dan kan je ook play-dates organiseren waarbij de honden samen kunnen spelen.
- Hersenwerk: De meeste honden houden niet enkel van fysieke uitdagingen maar ook van mentale uitdagingen. Belangrijk bij hersenwerk is dat je op een laag niveau begint en dit rustig aan op bouwt. Je hond mag namelijk niet gefrustreerd raken. Er bestaan heel veel hondenpuzzels die je kan aankopen maar als je een beetje creatief bent dan kan je ze ook zelf maken. Zoek even naar “Hersenwerk voor honden” van Marleen Baal of “Spelideeën voor honden” van Helen Hagestein. Beide dames hebben boeken geschreven over dit onderwerp en hebben een facebookgroep.
Hoe lang mag ik wandelen met mijn hond?
Jonge pups hebben veel minder beweging nodig dan volwassen honden. Een lange wandeling kunnen ze zeker en vast nog niet aan. Ga je te vaak en te lang met je pup gaan wandelen dan kan dit voor gewrichtsproblemen zorgen waar je hond de rest van zijn leven last van heeft. Als algemene regel kan je volgende aannemen: 5 minuten wandelen per maand leeftijd. Dit wil zeggen dat je met een pup van 3 maanden 15 minuten mag wandelen per dag. Het liefste spreidt je dit over 2 kleinere wandelingen. Plaspauzes zijn een uitzondering op de regel maar dan ga je niet gaan wandelen. Je brengt je pup naar zijn plaszone en daarna terug naar binnen.
Wanneer je pup de leeftijd van 6 maanden bereikt kan je 30 minuten samen gaan wandelen. Wil je de duurtijd langer maken dan zal dit afhangen van de grootte van het ras. Kleine rassen zijn normaal volgroeid op de leeftijd van 8 maanden, (middel)grote honden pas op de leeftijd van 10 maanden en grote rassen pas op de leeftijd van 12 maanden. Daarom wordt er ook aangeraden om geen intense sporten te doen met je hond (zoals agility of canicross) voor de leeftijd van 1 jaar omdat de groeiplaten van je hond nog niet gesloten zijn.
Eenmaal je hond volwassen is dan is de duurtijd afhankelijk van de conditie van je hond. Tussen de leeftijd van 1 en 7 jaar is het aangeraden om je hond 3 à 4 keer buiten te laten waarvan 1 langere wandeling van minimum 30 minuten. Hierbij ga je opnieuw kijken naar de activiteitenbehoefte van het ras en de individuele hond.
Naarmate je hond ouder wordt (7 jaar - …) zal je de activiteiten moeten aanpassen. Heeft je hond bv. last van zijn gewrichten dan kan je hem beter op andere manieren laten bewegen zoals zwemmen of balansoefeningen. Je kan ook meer spelletjes samen spelen die minder intensief zijn voor je hond.
Eigenlijk is er geen exact correct antwoord van hoeveel activiteit je hond nodig heeft of hoe lang je mag/moet gaan wandelen op een dag eenmaal je hond volwassen is. Zoals je hierboven kan lezen is dit afhankelijk van meerdere factoren. Kijk daarom goed naar de lichaamstaal van je hond. De juiste hoeveelheid en soort beweging is belangrijk voor de gezondheid van je hond.
De vele voordelen van een wandeling.
Samen gaan wandelen is de eenvoudigste manier om ervoor te zorgen dat je hond fit en gezond blijft en zo zijn energie kwijt kan. Zowel het lichamelijke als het mentale aspect is belangrijk. Naast de nodige beweging zal je hond ook nieuwe indrukken opdoen tijdens de wandeling. Hij wordt blootgesteld aan verschillende prikkels (geuren, geluiden, voorwerpen, andere dieren,…) en leert hiermee om te gaan. In een nieuwe omgeving kent hij de route niet dus moet hij meer letten op de richtlijnen die jij geeft. Je kan de wandeling ook verrijken door tussendoor enkele commando’s te vragen of spelletjes te spelen. Op die manier krijgt je hond ook afwisseling en genoeg uitdaging.
Tijdens een wandeling blijft het wel belangrijk om te kijken naar de behoeften van je hond. Het is namelijk niet de bedoeling dat hij continu onder appel moet lopen of dat je hem continu meesleurt aan de lijn (omgekeerd is natuurlijk ook niet gewenst). Sommige honden zullen behoefte hebben om sneller te wandelen en anderen wensen net een rustiger tempo.
Kijk ook even naar de gang van je hond. De meeste honden hebben van nature een sneller looptempo dan wij (7km/u). Wandelt je hond traag en blijf hij vaak achter? Dan heeft hij misschien ergens last of is hij moe. Trekt hij continu aan de lijn dan is hij misschien overprikkeld en is de wandeling te stresserend voor hem. Let op: stress is niet de enigste oorzaak van trekken aan de lijn! Hierover meer in een ander blog.
Moet je nu wel of niet elke dag wandelen met je hond?
Een hond moet niet elke dag gaan wandelen maar ze hebben wel elke dag mentale uitdaging nodig. Voor honden die angstig of onzeker gedrag vertonen, of uitvallen, kan een wandeling zelfs te stresserend zijn! Kijk hierboven even welke alternatieven je kan aanbieden. Als je gaat wandelen zorg er dan ook effectief voor dat je SAMEN wandelt met je hond! Laat die gsm in je zak en kijk naar de behoefte van je hond. Beloon hem voor het inchecken bij jou en geef hem de nodige vrijheid om te snuffelen. Wandel met het welzijn van je hond in je gedachten. Ik wens jullie alvast veel wandelplezier!
Vertoont je hond probleemgedrag en wens je hier aan te werken? Kijk dan even als zijn basisbehoeften op de juiste manier zijn ingevuld. Zijn de wandelingen op dit moment voor jullie niet zo leuk en wens je hier iets aan te doen? Contacteer mij dan voor een coachwandeling. Tijdens deze wandeling gaan we samen op stap en geef ik jullie advies hoe de wandeling beter en/of rustiger kan verlopen. Zowel voor jouw als voor je hond!
De letterlijke betekenis van Resource guarding is bezittingen bewaken. Heel vaak wordt dit gelinkt met voedselagressie maar honden kunnen ook speeltjes, puzzels, gestolen items, eigenaars of bepaalde plekken gaan bewaken waarbij ze agressie inzetten als een ander te dicht in de buurt komt.
Dit betekent niet dat je hond dominant is, de baas of de ‘alpha’ wil zijn! Leer hier meer over in mijn blog “Je hond is dominant”. Dit is natuurlijk gedrag voor de hond maar in onze ‘veilige’ huiselijke omgeving is dit eigenlijk niet meer nodig en kan het gevaarlijk worden als dit niet vroegtijdig wordt aangepakt.
1. Wat is resource guarding?
Zoals hierboven aangegeven gaat het dus over het verdedigen en bewaken van bezittingen. In 95% van de gevallen is het gedrag aangeleerd en in 5% is het een genetisch aangeboren afwijking (Rage syndroom). Dit kwam vroeger vaak voor bij rode Cocker Spaniëls en werd daarom ook het rode cocker syndroom genoemd. Doordat er tijdens de coronaperiode veel broodfok puppy’s zijn verkocht, is er terug een toename van agressieproblemen bij honden.
In het begin zal de hond subtiele signalen laten zien die vaak niet opgemerkt worden (stress-signalen) door de eigenaar. Doordat deze signalen niet opgemerkt worden gaat de hond steeds hoger op de agressieladder tot ze beginnen grommen of uiteindelijk bijten.
Bij resource guarding kan je volgend gedrag zien: - vertonen van stress-signalen wanneer je in de buurt komt - verstijven (gespannen lichaam en ‘harde’ blik in de ogen) - sneller eten/schrokken - grommen - dreigen (optrekken bovenlip en tanden laten zien) - snappen (in de lucht happen) - bijten
2. Er bestaan verschillende vormen van bezitagressie.
- Baknijd of voedselagressie: Dit is de meest gekende en meest voorkomende vorm die elke hond kan vertonen ongeacht de leeftijd of het ras. In dit geval gaat het altijd om het verdedigen van voer, denk hierbij aan zijn maaltijd, een kauwsnack of iets van voedsel wat je hond gestolen heeft. Wist je dat sommige honden zelfs hun voerbak verdedigen ook al zit er niks in? Als je hond voedselagressie vertoont dan wil dit niet zeggen dat hij het rondom alle voeding en bij iedereen zal doen. Het hangt er namelijk vanaf hoe belangrijk die bron op dat moment is voor je hond en in welke context het gebeurt. - Verdedigen van speelgoed of andere voorwerpen: De 2de meest voorkomende vorm van bezitagressie is het vertonen van agressie wanneer je hond iets vast heeft wat voor hem belangrijk is. Opnieuw is dit contextgebonden en afhankelijk van hond tot hond. Dit kan gaan om zijn eigen bezittingen maar om materiaal die hij gevonden of gestolen heeft. Deze vorm heeft vooral te maken met vroegere leerervaringen. Als je bv. tijdens de puppyperiode regelmatig materiaal hebt afgenomen van je hond dan kan hij voorwerpen die voor hem belangrijk zijn meer gaan verdedigen. Daarom is het belangrijk dat je steeds gaat ruilen als je hond iets vastheeft wat niet mag of wat jij graag terug zou hebben!
- Locaties of plekken verdedigen: In dit geval gaat het om plaatsen die voor je hond heel belangrijk zijn. Denk hierbij aan zijn mand of een favoriete plek in de zetel of zelfs jullie bed. Ook hier is het terug afhankelijk van hond tot hond en kan het contextgebonden zijn waarbij hij bv. geen probleem heeft als jij naast hem komt zitten maar wel als je partner of andere hond in de buurt komt.
- Verdedigen van eigenaar of andere huisdieren: Sommige honden hechten een grote waarde aan (bepaalde) gezinsleden, dit kan zowel een persoon zijn als een andere hond. Vaak wordt dit gezien als een waakse/ beschermende hond wanneer iemand anders aandacht geeft of te dicht in de buurt komt. Daarnaast kunnen sommige honden ook agressie inzetten wanneer jij als eigenaar aandacht geeft aan een andere hond of andere mensen. Heel vaak wordt er dan gezegd dat je hond jaloers is. Honden kunnen niet jaloers zijn maar ze kunnen wel belangrijke bronnen gaan verdedigen. Er kunnen ook andere oorzaken aanwezig zijn zoals onzekerheid of frustratie.
- Beschermen van het eigen lichaam: Wanneer een hond gaat grommen wanneer je hem wil aaien of oppakken wordt dit vaak bestempeld als dominant, agressief, niet sociaal of ongehoorzaam gedrag. Wist je dat in 80% van deze gevallen pijn of angst dikwijls de oorzaak is? Het kan zijn dat je hond bepaalde handelingen moest ondergaan bij de dierenarts en daardoor mensen niet meer vertrouwt, het kan zijn dat hij ooit ergens een blessure heeft gehad en gaat anticiperen op mogelijke pijn, het kan zijn dat je je hond ooit pijn hebt gedaan tijdens het borstelen,… . Wanneer je hond plots begint te grommen als je hem wil aaien of opnemen, plan dan een visite in bij de dierenarts, fysiotherapeut of osteopaat om eerst en vooral pijn uit te sluiten. Honden die vaak fysiek gecorrigeerd worden kunnen ook hun eigen lichaam gaan verdedigen. Denk hierbij aan honden die beginnen te grommen, happen of snauwen wanneer je met je handen in de buurt komt. Daarnaast kan een hond ook agressie inzetten wanneer hij vaak ongewenst geknuffeld of geaaid wordt.
Alle bovenvermelde vormen zijn dus contextgebonden en afhankelijk van hond tot hond. Ook de hevigheid en de combinatie kan verschillend zijn. Zo kan je hond bv. een bot gaan verdedigen maar er geen problemen mee hebben als je speeltje wil afnemen. Het kan ook zijn dat je hond bij jou wel zo reageert maar bij andere mensen niet. De ene hond kan even beginnen grommen en de andere hond kan onmiddellijk zijn tanden laten zien. Opnieuw dus afhankelijk van hond tot hond. Het kan ook zijn dat je hond meerdere vormen van bezitagressie vertoont. Daarom is het belangrijk om een lijst te gaan opstellen van bronnen die van hoge waarde zijn voor je hond.
3. Hoe wordt resource guarding veroorzaakt?
Ondertussen weet je dus dat resource guarding meestal aangeleerd gedrag is wat reeds vanuit het nest wordt meegekregen. Pups die van jongs af aan reeds moeten ‘vechten’ voor hun voeding (alle pups eten uit dezelfde bak) hebben later grote kans om voedselagressie te ontwikkelen.
Daarnaast zijn er nog andere oorzaken zoals:
- te jong het nest verlaten (voor de leeftijd van 8 à 10 weken) - opgroeien in onnatuurlijke omstandigheden (kennelomgeving) - geen correcte socialisatie en habituatie aan een huiselijke omgeving - pups die hardhandig worden behandeld
- pups die geen correcte begeleiding krijgen
Daarom is het steeds belangrijk dat je je pup gaat halen bij een goede fokker die weet waar hij/zij mee bezig is. Lees hier meer over "De kwaliteiten van een goede fokker".
Volgende rassen hebben meer aanleg om resource guarding te ontwikkelen: - Cockerspaniëls - Bordercollies - Rottweilers - Jackrusselterriërs
- Golden retrievers
Dit wil niet zeggen dat alle honden van deze rassen automatisch bezitagressie zullen ontwikkelen. Behalve het DNA van de hond zijn er nog andere factoren die het gedrag versterken. Wanneer een hond iets gestolen heeft of iets in de mond heeft wat niet mag, gaan eigenaars veelal proberen om het af te pakken. Dit is een veelgemaakte fout wat er alleen maar voor zorgt dat de hond het voorwerp nog meer zal willen verdedigen of in het ergste geval inslikken zodat je het niet meer kan pakken. Een ander veelgemaakte fout is dat er dikwijls ook nog wordt aangeraden dat je als eigenaar de voederbak te allen tijde moet kunnen wegnemen terwijl je hond aan het eten is. Ook dit creëert voedselagressie! Logisch toch als je er even over nadenkt. Hoe zou jij reageren als iemand je bord vanonder je neus wegneemt?
4. Hoe geef je je hond het vertrouwen dat je niks zal afnemen?
Eerst en vooral is het belangrijk dat je je hond NOOIT gaat straffen voor het vertoonde gedrag. Zoals aangegeven voelt hij zich op dat moment niet veilig, als jij hem dan nog eens gaat straffen dan is hij het vertrouwen in jou volledig kwijt. Met tijd zal het gedrag ook alleen maar erger worden of kan de agressie op een andere manier geuit worden. Als je hond dus gromt dan ga je hem niet berispen of corrigeren maar neem je gewoon afstand!
Het is dus belangrijk om het vertrouwen van je hond te winnen zodat hij weet dat je niet zomaar iets zal afpakken. Leer bij over de lichaamstaal van een hond zodat je de subtiele stress-signalen kan herkennen en neem tijdig afstand wanneer je hond die vertoont. Je hond mag duidelijk maken dat hij zich bedreigt/onveilig voelt en het is aan ons om op dat moment te luisteren en hem terug een veilig gevoel te geven. Het enigste wat hij doet is namelijk communiceren.
Maak een inventaris van de bronnen die voor je hond belangrijk zijn. Vertoont hij dit gedrag bv. enkel wanneer je hem een runderoor of bepaald speeltje geeft dan kan je dit voortaan in een veilige omgeving geven of het gewoon weglaten.
Ga het conflict niet aan maar laat je hond dus met rust. Heeft hij iets vast wat niet mag, ga dan ruilen met iets van hogere waarde (bv. een stukje kaas of lekkere knackworst). Je kan je hond leren om te ruilen en in een later stadium kan je hem zelfs het commando “los” aanleren. Hoe meer aandacht jij zal geven aan het voorwerp, hoe belangrijker het wordt en hoe meer je hond het dus zal verdedigen.
Als je van je hond bv. niet op die plaats in de zetel mag gaan zitten, jaag hem dan niet weg. Lok hem liever gewoon uit de zetel door enkele voertjes op de grond te gooien, zet je gewoon op een andere plaats of vraag een commando die hij wel kent (bv. “kom hier”) en beloon hem daarvoor.
5. Desensitiseren en counterconditioneren:
Wil je hier effectief aan gaan werken dan doe je dit het beste onder begeleiding van een gedragsdeskundige. Dit is niet zonder risico want als je bepaalde signalen mist dan kan je over de grens van je hond gaan waardoor het een negatieve ervaring wordt en je hond alsnog in de verdediging schiet!
In eerste instantie ga je een inventaris maken van welke voorwerpen je hond verdedigt. Indien er meerdere zijn dan ga je die ook opschrijven in volgorde van hoe waardevol ze zijn. De effectieve training wordt gestart met het voorwerp van minste waarde. Daarnaast ga je kijken bij wie hij het gedrag vertoont.
Om je hond niet het gevoel te geven dat je iets gaat afnemen gaan we juist iets bijgeven. Is je hond bv. bezig aan het kluiven op een botje dan kan je vanop een grote afstand enkele voertjes zijn richting uitgooien terwijl je voorbij passeert. De reden waarom je het best kan trainen met een gedragsdeskundige is omdat je als eigenaar soms signalen kan missen en dus te snel te dichtbij kan komen. Dit moet rustig opgebouwd worden waarbij je hond zich steeds veilig en op zijn gemak voelt. Het advies om je hond onmiddellijk vanuit je hand te voeren is verkeerd omdat je op dat moment reeds veel te dicht bent. Op die manier breng je je hond in tweestrijd: aan de ene kant wil hij het lekkers maar aan de andere kant wil hij het voorwerp blijven behouden. Doordat je op zo’n korte afstand aanwezig bent, kan je hond dus alsnog agressie vertonen nadat hij het lekkers heeft aangenomen.
Zorg ook voor algemene regels voor het ganse gezin. Honden hebben moeite met generaliseren wat wil zeggen dat hij niet zomaar met iedereen zal delen als jij het hem hebt aangeleerd. Indien je hond dit gedrag dus naar meerdere personen van het gezin vertoont, zal elk gezinslid dit apart moeten trainen.
Mits goede begeleiding kan je dit gedrag er grotendeels uit trainen maar je zal wel levenslang moeten managen! Er zal altijd een risico blijven op bezitagressie bij vreemde mensen. Zorg dat je hond op een veilige plaats ligt waar vreemde mensen hem niet kunnen storen.
Begint je hond te grommen wanneer je te dicht in zijn buurt komt of wil je gewoon in het algemeen bijleren over de lichaamstaal van je hond en hoe je ze het beste een veilig gevoel kan geven? Boek dan even een gratis kennismakingsgesprek en ik vertel jullie meer over mijn aanbod of volg mijn facebookpagina en/of instagramkanaal waar ik regelmatig tips deel i.v.m. de opvoeding van je hond.
Gisteren had ik een online consultatie met een klant waarvan hun hond hapte naar bezoek. Het ging om een Stafford van 1,5 jaar die net geadopteerd was. Vanaf het moment dat het bezoek binnenkwam, begon hij in de armen van die mensen te happen. Heeft jullie hond ook problemen met bezoek? Lees dan even het blog over “Bezoek ontvangen is een hel”.
Nu denk je misschien: "ja, weer een Stafford die bijt", maar alle honden kunnen happen en bijten! Dit is voor hen een laatste redmiddel om iets duidelijk te maken. Een hond bijt nooit zomaar zonder reden. Soms moeten we iets verder zoeken dan alleen maar te zeggen dat hij dominant is. Trouwens, een hond kan niet dominant zijn op de manier zoals mensen want honden leven niet volgens een bepaalde rangorde maar zetten wel bepaald gedrag in om te overleven! Lees hier meer over “Je hond is dominant”.
Het happen hoeft ook niet altijd enkel naar bezoek te zijn. De hond kan zich ook richten naar één van de eigenaars. Dit doet me terug denken aan de puberteit van Loki. Toen mijn armen compleet onder de blauwe plekken zaten. Ik weet nog hoe ik mij toen zo schaamde, wat moesten de mensen wel niet denken. Ik herinner me nog hoe machteloos ik mij toen voelde. Niet omdat ze mij wou domineren (want dat zeiden ze op de hondenschool 🙄) maar gewoon omdat ze moest roepen en ik haar niet begreep. Dit gebeurde tijdens de puberteit omdat de druk en stress haar gewoon te veel werd. De puberteit van een hond is iets wat dikwijls onderschat wordt. Lees hier meer over “De rebelse puber”.
Waarom bijten honden?
Pupjes zijn zo schattig maar die kleine tandjes kunnen zo venijnig zijn. Alle puppy's bijten dus dit is volkomen normaal gedrag voor je hond en je moet zeker niet denken dat je een agressieve hond in huis hebt gehaald. Ook al is dit volkomen normaal gedrag voor je pup, het bijten in de handen of andere lichaamsdelen is geen wenselijk gedrag. Ze moeten namelijk aangeleerd worden waar ze wel en niet in mogen bijten en hoe hard die beet dan mag zijn. Honden ontdekken de wereld met hun mond zoals baby's alles onderzoeken met hun handen.
Daarnaast zullen pups ook meer bijten vanwege het tevoorschijn komen en wisselen van de tanden. De eerste tanden die uitkomen zijn de hoek- en snijtanden. Het melkgebit van je pup is dan ook vlijmscherp. Er zijn hier 2 redenen voor: ten eerste zijn de eerste tandjes van je hond zo scherp omdat dit pijn gaat doen bij de moeder wanneer ze willen drinken (op die manier worden ze sneller gespeend door de overstap van melk naar vaste voeding) en ten tweede leren de pups gebruik te maken van hun gebit. Ze leren ook hoe hard ze mogen bijten (bijtremming). Dit is iets wat de pups gedeeltelijk aangeleerd worden door hun moeder en nestgenootjes. De gevolgen voor (broodfok)pups die te vroeg bij moeder en nestgenootjes weggehaald worden zijn dus groot. Lees hier meer over "de kwaliteiten van een goede fokker". Later is het de taak van de eigenaar om dit gedrag verder in goede banen te leiden. Hoe lang het duurt vooraleer je hond doorheeft hoe hard en waarop hij mag bijten is niet op voorhand te bepalen. Dit is afhankelijk van hoe snel je hond leert en hoe consequent jij bent.
Bijten is dus natuurlijk gedrag voor je hond en we moeten uiteraard ook rekening houden met de genen. Sommige honden zijn sterker gefokt op het bijtgedrag. Een Labrador is bv. gefokt voor het retrieven van een intacte prooi dus die zal zachter bijten dan een Terriër die gefokt is om zijn prooi te doden. Honden die oorspronkelijk gefokt zijn om te waken en beschermen zullen ook uit verdediging sneller bijten (denk hierbij aan de Mechelaars). Naast de genen en het karakter van een hond speelt de situatie waarin de hond zich bevindt en hoe de hond zich voelt ook een belangrijke rol.
Bijten is ook een manier van communiceren:
Honden kunnen happen en bijten vanwege verschillende redenen. Hierboven heb je gelezen waarom een pup kan bijten en nu gaan we kijken naar de verschillende oorzaken bij een ‘volwassen’ hond. Honden kunnen bijten vanuit vreugde of tijdens spel. Al eens gekeken hoe honden met elkaar spelen? Dan zie je vaak dat ze elkaar ‘lichtjes’ happen met de mond. Honden die niet aangeleerd zijn hoe ze moeten spelen met mensen, kunnen dit gedrag ook gaan vertonen tijdens spel met de eigenaar. Sommige honden kunnen ook zo blij zijn dat ze met zichzelf geen weg meer kunnen. De ene hond gaat dan blaffen, rennen of opspringen en de andere hond gaat lichtjes beginnen happen. Maar honden kunnen ook bijten vanwege negatieve emoties zoals angst, boosheid of frustratie. Ze bijten dus niet vanuit het niets maar ze proberen ons altijd iets duidelijk te maken.
Dr. Ian Dunbar heeft ooit de ‘Dog Bite Scale’ opgesteld waaruit blijkt dat honden globaal 6 verschillende bijtniveau’s hebben:
- Level 1 (waarschuwingsbeet): de hond hapt in de lucht maar raakt je niet aan. Hierbij geeft de hond een waarschuwing dat hij zich bedreigt voelt en dat je afstand moet houden.
- Level 2 (bijna-beet): de tanden maken contact met je huid maar zonder verwonding. Dit kan enkel met de voortanden zijn maar hij kan ook je volledige arm vastnemen. Vraag jezelf af welke voorgaande signalen je hebt gemist. Besef dat deze beet zich naar een hoger niveau kan ontwikkelen als je er niets aan doet of je hond hiervoor straft!
- Level 3a (punctiewonde): de hond bijt 1 keer en laat een gaatje achter in je huid. Dit is vaak een redirectiebeet omdat jij op dat moment het dichts in zijn buurt staat. Vanaf dit niveau kan men spreken over een risicogeval en moet hier altijd rekening mee gehouden worden! Vanaf hier schakel je dan ook het beste een hondengedragstherapeut in die op welzijnsgerichte manier te werk gaat.
- Level 3b (meerdere punctiewonden): de hond heeft meerdere keren kort na elkaar gebeten waarbij er kleine perforaties zijn van de huid. Dit gebeurt vaak wanneer de hond zich in hoge opwinding zit en dus bijt zonder nadenken.
- Level 4 (1 beet met verwonding): de hond heeft 1 keer gebeten en/of geschud waardoor er een ernstige verwonding is ontstaan. Als je hond op dit niveau bijt dan wil het zeggen dat je veel te lang hebt gewacht om hulp in te schakelen. Het kan ook zijn dat je hond door voorgaande ervaringen geleerd heeft dat enkel dit soort beten werkt. Dit is veel lastiger om te behandelen omdat er geen bijtremming aanwezig is en de veiligheid van het gezin in gedrang komt.
- Level 5 (meerdere beten met verwonding): honden die op dit niveau bijten hebben geen bijtremming of voelen zich zodanig bedreigt dat ze niet anders kunnen.
- Level 6 (bijten met zware verwondingen of tot de dood): de hond gaat in een soort van razernij omdat hij zodanig opgewonden is (en met zichzelf geen weg meer weet) of omdat hij zich zodanig bedreigt voelt. Besef dat ook kleine honden of puppies een baby of een klein kind kunnen doden! Honden die jagen kunnen hun prooi ook doodbijten maar dit noemen we dan geen agressie maar wel jachtdrift.
Hoe kan je de oorzaak achterhalen van het bijtgedrag?
Als eerste is het heel belangrijk om te beseffen dat je hond niet zomaar agressief is en jou willen domineren of aanvallen. Hij heeft op dat moment je hulp nodig! Ga daarom eerst kijken in welke context je hond begint te happen en hoe hard de beet is. Een hond die hapt vanuit frustratie/verveling omdat hij geen aandacht krijgt moet op een totaal andere manier aangepakt worden dan een hond die hapt vanuit angst omdat hij zich bedreigt voelt. Bij een verwonding is het belangrijk om jezelf en je hond zo snel mogelijk in veiligheid te brengen. Daarna kan je het beste een ervaren gedragsspecialist inschakelen die jullie kan helpen om de oorzaak te achterhalen en hieraan te werken. Hoe sneller je hiermee aan de slag gaat, hoe beter! Zoek een welzijnsgerichte therapeut die gespecialiseerd is in agressie en ga je hond vooral niet straffen!!!
Ten tweede is het belangrijk om te kijken naar de lichaamshouding van je hond. Staat zijn staart hoog of laag, liggen zijn oren plat, staan zijn rugharen recht, is zijn gewicht naar voren of achter gericht,… ? Kijk ook goed als je enige stress-signalen opmerkt. Je hond toont namelijk voordien al heel veel signalen vooraleer hij effectief gaat bijten. Lees hier meer over stress en het effect op je hond. Net zoals mensen hebben honden ook emoties en die hebben een invloed op hun gedrag. Om te weten wat de achterliggende emotie van het vertoonde gedrag is, kan je je dus best verdiepen in de taal van je hond. Op die manier kan je alerter reageren op vroegtijdige signalen van onrust, stress, angst of frustratie en zo escalatie zoals uitvalgedrag voorkomen. Je zal ook leren hoe jouw hond omgaat met bepaalde situaties en met welke prikkels hij het moeilijk heeft. Zo kan je hem de juiste begeleiding geven zonder frustratie bij jezelf of bij je hond.
Hoe omgaan met puppybijtgedrag?
Honden ontdekken de wereld met hun mond en daardoor zullen ze in alles gaan bijten, ook in jullie handen. Het belangrijkste wat jullie pup tijdens deze periode moet leren is hoe hard hij mag bijten. De puppytandjes zijn vlijmscherp maar gelukkig kunnen ze nog geen serieuze verwondingen veroorzaken. Toch kan de beet van een pup ook pijnlijk zijn.
Je pup moet leren dat er consequenties volgen als hij te hard bijt. In het nest zal een broertje of zusje janken en weglopen. Consequenties wil niet zeggen dat je je hond fysiek gaat straffen want het is heel normaal gedrag! Alleen moet hij leren hoe hard hij waarin mag bijten. Bijt je hond te hard in je handen dan zeg je gewoon "AUW" en stop je het spel. Op die manier leer je je pup een goede bijtremming aan. Soms wordt er aangeraden om je pup nooit te laten bijten maar dan kan hij ook geen bijtremming aanleren. Als hij je dan op latere leeftijd iets duidelijk wil maken, kan het zijn dat hij harder bijt dan nodig.
Wat als mijn volwassen hond bijt?
Het is heel moeilijk om een volwassen hond nog een correcte bijtrem aan te leren. Daarom is het vooral belangrijk om in te zetten op een goed management en veiligheidsplan. Bij pubers of volwassen honden schakel je daarom het beste de hulp in van een gedragsexpert omdat de situatie heel snel kan escaleren en de hond behoorlijk wat schade kan aanrichten. Op basis van de bijthistorie van de hond kan er een inschatting gemaakt worden hoe hij in de toekomst zal reageren. Eenmaal dit is vastgesteld kan er een degelijk rehabilitatieplan worden opgesteld en in noodzaak gebruik gemaakt worden van een muilkorf. Vanaf level 3-beten moet je een degelijk managementplan hebben omdat je nooit 100% kan garanderen dat de hond nooit meer zal bijten. Daarom is de hulp van een goede hondengedragstherapeut noodzakelijk!
Voorkom dat je hond opnieuw moet bijten. Niet enkel voor de veiligheid maar ook om succesvolle ervaringen te vermijden! De kans is namelijk groot dat de veroorzakende prikkel afstand zal nemen of aandacht zal geven, afhankelijk als het bijten komt vanuit verdediging of aandacht vragend gedrag. Succesvol gedrag wordt sneller herhaald en dit willen we dus vermijden! Wanneer een hond succes heeft door te bijten zal hij ook zelfzekerder worden. Een onzekere hond die bijt vanuit angst kan dan in de loop van de tijd een zekere hond worden die agressie inzet omdat het werkt. Hoe vaker je iets kan oefenen, hoe beter je er in wordt en dit geldt ook voor onze honden. Hoe langer je hond dit gedrag kan uiten, hoe vaker hij er succes mee zal hebben en hoe moeilijker het dus wordt om dit gedrag te veranderen.
De timing bij het stoppen van ongewenst gedrag is van cruciaal belang! Je moet het gedrag namelijk onderbreken nog voor je hond het ongewenste gedrag kan vertonen. Daarom is het belangrijk om de voorgaande signalen te herkennen zodat je op tijd bent. Daarna ga je het gedrag ombuigen tot (beter) gewenst gedrag die je hond niet kan combineren met het ongewenste. Stel dat je hond begint te happen in de lijn of in je armen vanwege frustratie of overprikkeling dan geef je hem bv. een speeltje of een kauwbot waar hij wel in mag bijten om zijn spanning kwijt te kunnen. Uiteraard ga je ook iets doen aan de oorzaak van zijn spanning. Eenmaal dit allemaal goed lukt en je hond emotioneel terug bereikbaar is om te leren, kan je aan de slag gaan met effectieve training om je hond beter te leren omgaan met de situatie. Dit vergt allemaal echter heel veel tijd en geduld! Hoe vroeger je ermee aan de slag gaat hoe beter dus. Wacht niet tot je hond level 3 bereikt maar ga op voorhand aan de slag met het correct begeleiden en opvoeden van je hond.
Heb je een hond die het moeilijk heeft in bepaalde situaties of die reeds agressie heeft ingezet? Boek dan een gratis online kennismakingsgesprek en ik vertel jullie meer over de mogelijke oorzaak en hoe ik jullie kan helpen.
Een goed gesocialiseerde pup groeit later meestal uit tot een stabiele volwassen hond. Tenzij hij ergens een trauma beleeft. De primaire socialisatiefase is een heel belangrijke ontwikkelingsfase in het leven van je hond. Die start rond de leeftijd van 3 weken en eindigt rondt de leeftijd van 12 weken. Zowel de fokker als de toekomstige eigenaar spelen hier dus een belangrijke rol.
Wat is socialisatie?
Socialisatie betekent niet dat je je hond zomaar overal naartoe meeneemt en met alles en iedereen kennis laat maken.
Socialisatie wil zeggen dat je hond een positieve ervaring beleeft met een situatie die hij vaker zal meemaken in zijn leven of met een ander wezen die hij vaker zal tegenkomen.
Een hond doorgaat 2 socialisatiefases die elkaar direct opvolgen. De eerste fase (de primaire socialisatiefase) vindt plaats tussen de 4 en 12 weken. De tweede fase (de secundaire socialisatiefase) start vanaf 12 weken en duurt tot de hond ongeveer in de puberteit komt (leeftijd van 6 maanden). Alle indrukken die je hond tijdens deze periode opdoet zal hij nooit meer vergeten en laten een stempel achter voor de rest van zijn leven. Tijdens de socialisatiefase doorstaat je hond ook 2 angstfases. De eerste begint ongeveer rond de 8 weken (inderdaad de periode waarin de meeste pups het nest verlaten). De tweede angstfase komt tevoorschijn tussen de 4 en 18 maanden (tijdens de puberteit dus). Daarom is het belangrijk dat je hond tijdens deze periode zoveel mogelijk positieve ervaringen meemaakt! Een traumatiserende gebeurtenis tijdens deze angstfase kan er namelijk voor zorgen dat dit leidt tot levenslange angst voor die prikkel of bepaalde situaties. Extra begeleiding is dus vaak nodig tijdens deze periode.
Heel vaak loopt er iets mis tijdens de socialisatiefase bij pups die gekocht zijn uit een winkel of bij particulieren die een nestje fokken voor de ‘fun’. Daarom zijn we zo tegen broodfok! Deze mensen hebben niet de nodige kennis om een pup een goede start te geven. Vaak doen ze meer kwaad dan goed. Er ontstaan o.a. fysieke en/of mentale problemen vanwege de stress die moeder en pups ervaren. Onvoldoende of verkeerde socialisatie kan leiden tot angsten, agressie, een overgevoeligheid voor bepaalde prikkels of hyperactief gedrag rondom bepaalde prikkels vanwege de aanwezige stress. Lees hier meer over de kwaliteiten van een goede fokker. Zorg er daarom voor dat je opzoekingswerk hebt verricht naar hoe je pup wordt opgevoed voor hij bij jullie terecht komt. Zo kan je heel veel problemen reeds vermijden.
Een goede socialisatie zorgt ervoor dat je hond leert op de juiste manier om te gaan met mensen, dieren en verschillende situaties. Dit wil niet zeggen dat je je hond tijdens deze ‘korte’ periode aan zoveel mogelijk dingen gaat blootstellen want zoals het gezegde zegt: “overdaad schaadt”.
Socialisatie begint reeds bij de fokker.
De eerste 3 weken na de geboorte (neonatale fase) zijn de pups hulpeloos en sterk afhankelijk van de moeder. Ze kunnen wel reeds geur, aanraking, warmte en pijn waarnemen. Vanaf de leeftijd van 3 weken (de overgangsfase) gaan de ogen en oren open en zijn de pups klaar om van alles te gaan ontdekken. Vanaf dit moment speelt de fokker ook een belangrijkere rol in de opvoeding van de pups. Door de pups in een huiselijke sfeer samen met de moeder te laten verblijven, wennen ze aan de huiselijke omgeving (geuren, materialen en geluiden). Het is belangrijk dat ze in een hygiënische, sociale omgeving verblijven zodat ze rustig worden blootgesteld aan alle nieuwe indrukken. De moeder laat haar pups weten welk gedrag gewenst en niet gewenst is. Wij kunnen hierbij meehelpen door de pups te laten wennen aan kinderen, geaaid worden en door met ze te spelen. Tijdens deze periode wordt de omgeving belangrijker en vinden ze vooral soortgenoten interessant. Ze zullen dus meer onderlinge interactie hebben met broertjes en zusjes. Dit is ook het ideale moment om als fokker de pups reeds aan te leren dat het bijten in vingers niet gewenst is.
Tussen week 5 en 9 wordt de moeder minder belangrijk en vertonen de pups meer interesse in de fokker en hun omgeving. De fokker laat de pups op een rustige manier kennismaken met nieuwe materialen zoals speeltjes, verschillende ondergronden, het aandoen van een halsbandje,... . Dit is ook het ideale moment om hun naam aan te leren of de pups te laten wennen aan volggeluidjes. Vanaf dan kunnen ze samen met broertjes en zusjes de buitenwereld gaan verkennen (en krijgt de moeder even rust). Eerst veilig in de tuin en dan op verplaatsing. Op die manier kan de fokker ook het karakter van de pups leren kennen en zo beter selecteren op het geschikte gezin. Vraag aan je fokker als er tijdens de socialisatie iets is opgevallen. Wat vindt de pup leuk en wat vindt hij minder leuk? Waar moet je rekening mee houden?
Socialisatie wordt verder gezet bij de eigenaar.
Heel vaak wordt er aangeraden (vanwege de socialisatie) dat je zo snel mogelijk met je pup naar een puppycursus moet gaan. Je pup kan hier inderdaad heel veel leren zolang de blootstelling positief en gedoseerd is. Ga op zoek naar een cursus die in kleine groepjes van maximum 3 honden werkt. Zo is er tijd genoeg voor individuele begeleiding. Zorg er ook voor dat je wat bijleert over de emoties en de taal van je hond! Het is niet zo dat je moet wachten met het socialiseren van je hond tot hij volledig is ingeënt (leeftijd 12 weken). Je kan je hond op een veilige manier laten kennismaken met de buitenwereld en zelfs interactie hebben met andere honden. Laat ze gerust interactie hebben met andere rustige sociale honden die goed gevaccineerd zijn. Vermijd zeker de typische hondenlosloopweides vanwege de ontlasting die overal op het terrein ligt en je weet ook niet hoe de andere honden zich zullen gedragen!
Blijf je hond blootstellen aan nieuwe situaties en blijf nieuwe positieve ervaringen aanbieden maar let erop dat je hem vooral niet gaat dwingen. Vindt hij het spannend of is hij terughoudend? Biedt hem de nodige steun en de vrijheid om op een veilige afstand informatie op te nemen. Je kan bv. rustig samen in de voortuin gaan zitten en kijken naar wat er op straat gebeurt. Zo leert je hond dat de situatie of prikkel (auto’s, fietsers, voetgangers,..) niet bedreigend is en dat hij er dus niet bang voor hoeft te zijn. Blootstellen wil namelijk niet zeggen dat je je hond zomaar in het diepe gooit. Je doet dit stap voor stap en houdt te allen tijde rekening met wat je hond aan kan (op dat moment). Soms moet je even een stap terugzetten of de ‘training’ stoppen omdat de stressemmer van je hond reeds genoeg gevuld is. Het is namelijk ook belangrijk dat hij voldoende tijd krijgt om te rusten, de opgedane informatie te verwerken en te herstellen. Pups hebben dagelijks minimum 18u slaap/rust nodig!
Steun je hond vooral wanneer hij angstig is. Je hond moet voelen dat hij er niet alleen voor staat en dat jij hem zal beschermen wanneer nodig. Hij moet weten dat je er voor hem bent wanneer hij het moeilijk heeft zonder dat je extra gaat bevestigen dat hetgeen waar hij bang voor is gevaarlijk is. Als jij bv. bang bent van onweer dan kan het zijn dat je hond nog banger wordt omdat jij met jouw gedrag zijn angst gaat voeden. Steunen wil niet zeggen dat je de angst van je hond gaat belonen. Lees hierover meer in het blog “Angst kan je niet belonen, steun je hond”.
Zorg voor een goede begeleiding tijdens deze belangrijke levensfase die je hond ondergaat. Heb je het gevoel dat je hond in een angstfase zit? Valt hij plots uit aan de lijn naar andere honden? Ga hem dan niet extra gaan confronteren zoals er helaas vaak aangeraden wordt! Het is ook niet de bedoeling dat je hem helemaal niet meer gaat blootstellen maar zorg voor positieve ervaringen. Zoek bv. een stabiele volwassen hond waardoor je hond leert dat hij niet hoeft bang te zijn. Ga tijdens deze periode zeker niet zomaar naar losloopweides omdat je hond moet gesocialiseerd worden met andere honden! Je weet namelijk niet welk gedrag die honden zullen vertonen en of het een positieve of negatieve ervaring zal zijn voor je hond.
Maak gebruik van deze periode om te werken aan jullie onderlinge band en connectie. Leer je hond kennen! Wat vindt hij leuk? Wat vindt hij niet leuk? Is hij een losbandige spring in het veld of een bang konijn? Hoe kan je je hond steunen? Heeft hij nood aan fysiek contact of heeft hij gewoon wat tijd en ruimte nodig? Het is belangrijk dat je hond weet dat jij te allen tijde zijn veilige haven bent (naast zijn veilige plek in huis). Leer bij over de basisbehoeften van je hond en hoe je die het beste kan invullen om problemen te vermijden. Stel je pup ook enkel bloot aan de dingen die noodzakelijk zijn. Neem je bv. nooit de bus of de trein dan hoef je je pup (op dit moment) hier nog niet aan bloot te stellen. Honden kunnen later ook nog steeds gesocialiseerd worden en nieuwe dingen leren. Alleen zal het in sommige gevallen iets moeilijker zijn als ze reeds een negatieve link hebben gelegd.
Daarbij is het belangrijk dat er een mooie balans is tussen het opdoen van nieuwe indrukken en het verwerken van de opgedane informatie. Het is niet de bedoeling dat de pups oververmoeid en gestrest zijn. Socialisatie is iets anders dan trainen. Wij kunnen niet bepalen hoe een hond iets ervaart (welke emotie hij zal voelen) maar we kunnen er wel voor zorgen dat de ervaring op een zo positief mogelijke manier verloopt. Wanneer je dus rekening houdt met het welzijn van je hond en hoe hij zich voelt terwijl je je hond socialiseert, zal de socialisatie succesvol verlopen en zal je hond zelfzekerder zijn in nieuwe situaties omdat hij weet dat hij de keuze heeft om wel of geen toenadering/interactie te hebben met die prikkel.
Socialisatie wordt traumatisatie.
Het gedrag dat we willen zien van onze hond in verschillende situaties en rondom verschillende prikkels is dat ze vriendelijk en ontspannen zijn. Dit is niet iets wat vanzelf gebeurt maar die ontstaat doordat de hond zich veilig en op zijn gemak voelt. Wanneer de ervaring onprettig is, of zelfs bedreigend voor je hond (let op het is niet omdat wij het niet bedreigend vinden dat het daarom niet zo aanvoelt voor je hond), kan het socialiseren onbedoeld omslaan in traumatiseren. Het is namelijk belangrijk dat je hond steeds kan vluchten wanneer hij zich onveilig voelt. Vaak hebben ze die mogelijkheid niet (denk aan aangelijnde situaties, bezoekjes aan de dierenarts of bezoek die in huis komt). Het is ook belangrijk dat je hond na een stressvolle situatie ook genoeg tijd krijgt om te herstellen en zijn stressemmer te laten zakken. Honden die een negatieve ervaring meemaken zullen er in de toekomst alles aan doen om die situatie te vermijden of de prikkel wegjagen. Denk aan een hond die bv. belaagd is geweest op de hondenweide door een andere hond en daardoor een schrik heeft opgedaan. Vaak zeggen mensen dan nog dat je het de honden zelf moet laten uitzoeken wat de situatie alleen maar erger maakt. Het gevolg is dat je hond bang kan worden van andere honden en daardoor uitvalt aan de lijn wanneer hij een andere hond ziet. Of honden die moeite hebben met bezoek en die daardoor grommen en blaffen omdat ze hun persoonlijke ruimte niet respecteren en dus een bedreiging zijn. Het blootstellen aan verschillende prikkels kan dus traumatiserende gevolgen hebben met voor mensen ongewenst gedrag die eigenlijk heel normaal is voor de hond omdat hij zich niet veilig voelt! Vaak wordt de hond dan nog eens gecorrigeerd voor het vertonen van zijn gedrag waardoor hij alleen maar banger wordt.
Je kan bij mij ook terecht om samen met je hond privé-puppybegeleiding te volgen. Tijdens dit traject leer je bij over de basisbehoeften van je hond en verdiepen we ons in de taal van de hond. Volgens mij de 2 belangrijkste onderwerpen in de opvoeding van een hond. Daarnaast krijgen jullie ook nog tips hoe je je pup zindelijk kan maken, hoe je leert omgaan met puppybijten en hoe je hem het beste kan socialiseren. Al deze theorie gaan we dan in de praktijk gaan toepassen zodat je je pup de best mogelijke basis kan geven waar je later zelf verder op kan bouwen.
Tips voor het socialiseren van een volwassen hond.
We leven niet in een ideale wereld dus het zal vaak gebeuren dat je je puberende of volwassen hond nog moet (her)socialiseren. Denk hierbij aan pups die wegens bepaalde redenen geen correcte socialisatie hebben gehad (broodfokpup, ziekte, verwonding,...) of adoptiehonden.
Het socialiseren van een volwassen hond kan een grote uitdaging zijn. Ga op dezelfde manier aan de slag zoals je met een pup zou doen! Blijf vooral rustig en kalm wanneer je ziet dat je hond ergens onzeker of bang voor is. Laat hem rustig onderzoeken en op een veilige afstand observeren. Geef je hond de nodige tijd en steun om eraan te wennen. Ga stap voor stap te werk en stel je hond niet onmiddellijk aan allerlei nieuwe personen en situaties bloot. Merk je grote angst (grommen, blaffen, vluchtgedrag,...) forceer hem dan vooral niet! Geef hem de nodige ruimte zodat hij zich veilig voelt en schakel hulp in.
Het socialiseren van een volwassen hond kost tijd, geduld en veel herhalingen. Wees dus geduldig met je hond. Gaat hij eens in de fout, zet dan een stap terug en wordt niet boos. Trekt hij bv. aan de lijn tijdens de wandeling, kijk dan even als er niet te veel prikkels in de omgeving zijn waar hij onzeker of gespannen van wordt. Wandel in het begin dikwijls hetzelfde rondje zodat je voorspelbaarheid creëert. Heb je een hond die uitvalt aan de lijn dan kan het soms handig zijn om hem een muilkorf aan te leren. Het voorkomt gevaarlijke situaties en jij voelt je ook iets meer op je gemak. Onze honden voelen namelijk ook onze gemoedstoestand aan en dit kan invloed hebben op hun gedrag.
Heb je een volwassen hond en merk je dat hij moeite heeft met bepaalde situaties, mensen of andere (huis)dieren? Neem dan even contact op voor een gratis kennismakingsgesprek waarbij we elkaar beter leren kennen. Tijdens dit gesprek geef ik meer uitleg over mijn werking en hoe ik jullie kan helpen.