Het grootste misverstand in hondenland is dat je angst zou kunnen belonen. Wanneer je hond bang is van iets dan mag je hem zeker geen aandacht geven zoals je hond troosten of hem iets lekkers geven. Er wordt nog vaak gezegd dat je de hond op deze manier zou belonen voor het vertoonde gedrag. Daar zit nou net het
misverstand.



Angst is geen gedrag maar een emotie!


Een emotie kan je niet belonen, gedrag daarentegen wel. Gedrag kan aangestuurd worden door angst waardoor je je hond wel angstiger kan maken door negatieve ervaringen. Denk hierbij aan een hond die uitvalt naar andere honden omdat hij bang is. Als je deze hond gaat corrigeren, kan het zijn dat hij nog banger wordt want het zien van die andere hond zorgt ervoor dat hij pijn krijgt (door de correctie die jij als eigenaar geeft). Het kan zelfs zijn dat je hond nog meer agressie zal inzetten net omdat hij nog banger is (dit noemen we angstagressie). Dit kan gericht zijn naar de prikkel maar ook naar jou. Hetzelfde telt voor honden die gedwongen worden om met hun angst om te gaan. Neem de angst van je hond serieus, ga dit zeker niet negeren of bestraffen!

Angst kan je niet erger maken door positieve ervaringen. Je hond zal namelijk niet banger worden van die andere hond als hij op dat moment iets lekkers krijgt of iets leuks mag doen. Je kan in sommige gevallen de angst zelfs juist verminderen door de associatie met iets leuks of lekkers.

Angst is een onvrijwillige emotie die ontstaat doordat je hond zich onveilig of bedreigd voelt bij het waarnemen van een bepaalde prikkel of in een bepaalde situatie. Als je hond zich zo voelt dan zal hij kiezen voor een bepaalde copingstrategie (vluchten, vechten of bevriezen) om letterlijk te kunnen overleven. Je hond hoeft hier niet over na te denken, eigenlijk kan hij op dat moment zelfs niet nadenken omdat hij zich bedreigt voelt.  Het gedrag dat je hond op dat moment vertoont is dus een reflectie van hoe hij zich voelt. Als je op dat moment je hond iets aanbiedt wat hij lekker vindt dan bestaat er een grote kans dat hij deze situatie of die prikkel gaat associëren met iets lekkers. Deze methode wordt heel vaak gebruikt bij de gedragstherapie en we noemen dit counterconditioneren.

Het is natuurlijk niet zo eenvoudig als het nu klinkt. Er zijn namelijk verschillende factoren die je succes bepalen: wat is de angstprikkel, hoe bang is je hond, hoe ver is je hond van de angstprikkel verwijdert, hoe leuk of lekker is datgene dat je aanbiedt,… . Daarom is het beter, als je aan de angst van je hond wenst te werken, dat je begeleiding krijgt van iemand met ervaring over het gedrag en motivatie bij honden.


Angst mag je niet onderschatten!


Als je hond voortdurend in angst leeft dan kan dit een grote impact hebben op zijn leven (zowel mentaal als fysiek). Alle dieren (ook wij mensen) hebben een beetje ‘gezonde’ angst nodig om te overleven. Moesten we niet bang zijn dan zouden we te grote risico’s nemen waarbij we gewond raken of zelfs dood kunnen gaan. Maar te veel stress of angst is ongezond.  Het lichaam maakt namelijk stress-hormonen aan (adrenaline en cortisol). Als je hond voor langere tijd bang is dan kan zijn stressemmer stijgen of zelf overlopen. In het artikel “De stressemmer van je hond” leer je meer over de invloed van stress op je hond. Wanneer de stress zodanig hoog is dan kan je hond niet meer nadenken en gaat hij in overlevingsmodus. Al de nodige energie gaat naar de aanmaak van adrenaline en cortisol om te kunnen overleven. Op dat moment kan je hond ook niet meer nadenken waardoor hij niet meer bereikbaar is. Met als gevolg kan hij dus ook niet leren dat de angst niet realistisch is of dat hij zich anders kan gedragen.

Dwing je je hond dus om er maar gewoon mee om te leren gaan dan kan dit hele nare gevolgen hebben voor het welzijn van je hond. Helaas wordt deze methode nog heel vaak ingezet en dit noemen we dan flooding. Vaak worden deze honden dan ook nog eens gecorrigeerd voor het vertoonde gedrag wat de situatie alleen maar erger maakt. De angst kan voor je hond op een gegeven moment zo ernstig worden dat hij zich volledig gaat afsluiten. Hij de situatie niet meer aan, hij kan er niets aan veranderen dus geeft hij het gewoon op. Dit noemen we aangeleerde hulpeloosheid. Dit zijn bv. de honden die niet meer uitvallen door meermaals gecorrigeerd te worden voor het vertoonde gedrag (een tik, een schok, vastklemmen tegen de grond,…). Helaas ‘werkt’ deze methode om het vertoonde gedrag niet meer te vertonen maar je hond is daarmee niet minder bang. Aangeleerde hulpeloosheid is een zéér ernstige aandoening waarbij je hond er aan de buitenkant rustig uit ziet maar inwendig gaat hij dood.


Steun je hond als je ziet dat hij bang is!


Als wij bang zijn dan gaan we ook steun zoeken bij iemand anders. Gewoon het gevoel dat je er niet alleen voor staat kan er al voor zorgen dat je minder bang bent. Dit geldt ook voor onze honden. Je kan je hond op volgende manieren gaan steunen:

- geef hem aandacht (maar ga niet melig doen)
- vergroot de afstand van datgene waar je hond bang voor is
- laat hem steun bij jou zoeken d.m.v. lichamelijk contact
- geef hem iets lekkers (ter afleiding of als counterconditionering)
- doe iets leuks samen (ter afleiding, dit lukt alleen als je hond nog bereikbaar is)

Als je hond zich gesteund voelt dan voelt hij zich veiliger en daardoor misschien wel minder bang!


Korte samenvatting:


Angst kan je niet belonen maar wel versterken!
Je kan de situatie nog negatiever en beangstigender maken voor je hond door hem te negeren of te corrigeren. Je kan je hond over zijn grenzen trekken door hem te lokken met voer. Lokken of iets leuks koppelen aan de angstprikkel zijn 2 verschillende dingen.

Steun dus je hond als hij je nodig heeft. Jij wilt tenslotte ook gesteund worden door je dierbaren als je ergens bang voor bent. Je hond zal je eeuwig dankbaar zijn en jullie vertrouwensband zal alleen maar sterker worden (waardoor hij misschien met tijd minder bang wordt).

Is je hond bang in bepaalde situaties en weet je niet goed hoe je hem kan steunen? Contacteer mij en ik geef je enkele tips! Wens je hieraan te werken dan kan ik je de gedragsbegeleiding aanraden.