Als we het hebben over de opvoeding van onze hond dan wordt er vaak de vergelijking gemaakt met het opvoeden van kinderen. Bij sommigen gaan hun nekharen dan rechtstaan omdat honden toch geen mensen zijn. Dat klopt, maar doordat er veel gelijkenissen zitten in de manier van opvoeden maakt men heel vaak de vergelijking. Ikzelf maak hier ook gebruik van omdat het een handige manier is om bepaalde zaken duidelijker te maken met een herkenbaar voorbeeld. Echter is het wel belangrijk te beseffen dat honden geen mensen zijn!


Antropomorfisme of het vermenselijken van je hond.


Heel vaak schaffen we een hond aan vanuit onze eigen behoefte omdat we iets missen in ons leven. Het kan zijn dat we ons eenzaam voelen of dat we een doel in ons leven willen hebben zoals het zorgen voor een ander levend wezen. Het zit namelijk in ons DNA gebakken om voor andere ‘kinderen’ te zorgen die niet van ons zijn. Dit wordt alloparenting genoemd en doordat de huidige maatschappij kinderzorg minder aantrekkelijk of moeilijker maakt, leggen we de focus meer op onze huisdieren (petparenting). Veel hondeneigenaars beschouwen hun hond als hun kind en noemen zichzelf dan ook hondenmama, hondenpapa of hondenouder. Meer en meer mensen besteden heel wat aandacht, tijd en geld aan de opvoeding van hun huisdier.

Het is echter wel belangrijk te beseffen dat onze honden geen miniatuurmensen zijn! We kleden onze honden aan, ze mogen in ons bed slapen en we vertellen ons leven aan hen. We willen onze liefde tonen door ze te knuffelen en omhelzen of ze op de schoot nemen of troosten wanneer ze bang zijn. Ze hebben echter andere behoeften en nemen de wereld op een andere manier waar dan wij mensen! Daarom is het belangrijk om bij te leren over de basisbehoeften van je hond.

De dag van vandaag wordt de hond gelukkig gezien als een individu met zijn eigen gedachten en emoties. Probleemgedrag wordt steeds minder bekeken vanuit de dominantietheorie maar wel vanuit de achterliggende emotie die de hond ervaart. Denk jij nog steeds dat je hond de baas wil zijn dan kan ik je adviseren om mijn ander blog te lezen over dominantie bij honden.

Doordat we menselijke eigenschappen gebruiken om de belevingswereld van onze honden te omschrijven, zoals het gebruik van de begrippen angst en frustratie, leren we meer empathie te tonen en houden we meer rekening met het welzijn van onze honden. Helaas is er hier ook een keerzijde aan waardoor sommigen onder ons het gedrag van de hond gaan vermenselijken. Meer en meer worden er menselijke gevoelens en emoties toegeschreven aan het gedrag of de lichaamstaal van de hond zoals volgende voorbeelden: “Hij kijkt verdrietig omdat ik weg ga”, “hij kijkt schuldig omdat hij weet dat hij in fout is”, “hij wil niet wandelen omdat hij koppig is”,… . De psychologie van de hond is anders dan die van de mens. Veel gedragsproblemen ontstaan vanuit onwetendheid of onbegrip.


Een hond kan je vergelijken met een 2-jarig kind.


De afgelopen 15 jaar zijn er heel veel onderzoeken gedaan naar de emoties bij honden. Allemaal kwamen ze tot dezelfde conclusie dat men het ontwikkelingsniveau van de hersenen van een hond mag vergelijken met die van een 2 à 3-jarig kind. Beide zijn namelijk in staat om eenvoudige denkwerkjes uit te voeren en basisemoties te voelen zoals vreugde, angst, frustratie, woede, verdriet en liefde. Naarmate het kind ouder wordt zullen ze zich verder ontwikkelen en leren wat schaamte, schuld en trots betekent. Honden leren deze complexe emoties niet. Wanneer een bepaalde nood of behoefte niet wordt ingevuld dan zal er een emotionele uitbarsting ontstaan vanwege de aanwezige frustratie. Peuters kunnen op zo'n moment schreeuwen, huilen, schoppen, slaan en andere ongecontroleerde acties uitvoeren. Honden kunnen janken, overmatig blaffen, opspringen, happen of als een bezetene in het rond rennen.

Zowel honden als kinderen hebben iemand nodig die hen opvoedt. Beide hebben nood aan duidelijke regels en correcte begrenzing. Een kind ga je voor zijn eigen veiligheid bij de hand nemen. Hetzelfde principe gebruik je voor het aanlijnen van je hond. Zowel honden als kinderen ervaren pijn en angst. Tijdens de opvoeding is het dus belangrijk dat je dit in je achterhoofd houdt en nooit gebruik maakt van technieken die gebaseerd zijn op het geven van pijnprikkels of die het individu bang maken. Lees in mijn ander blog meer over het gebruik van zogenaamde ‘hulp’middelen.
 

De verschillen tussen een kind en een hond:

Honden en mensen zijn 2 verschillende soorten en dat moeten we altijd in ons achterhoofd houden. Beide soorten hebben gelijke noden zoals voeding, veiligheid en geborgenheid. Allebei hebben ze ook nood aan een consequente opvoeding. Vanaf een bepaalde leeftijd begrijp je als kind de gesproken taal maar honden zullen dit nooit in dezelfde context kunnen. Kinderen kan je vanaf een bepaalde leeftijd uitleggen waarom ze iets wel of niet mogen doen en wat de gevolgen zullen zijn van hun acties. Honden verstaan dit niet omdat ze niet zo ver vooruit kunnen denken en de link dus niet leggen tussen hun gedrag en wat er zoveel later gebeurt als gevolg. Honden kunnen niet praten in mensentaal maar veel woorden kunnen ze wel begrijpen. De manier van communiceren is dus totaal anders bij honden dan bij mensen. Daarom is het belangrijk dat je je gaat verdiepen in de taal van je hond zodat je hem ook leert begrijpen.

Daarnaast hebben honden andere noden waarbij we rekening moeten houden met hun natuurlijk gedrag en instinct. Honden handelen voornamelijk instinctief en mensen intellectueel. Honden houden dus geen rekening met de mogelijke gevolgen van hun acties. Van nature zijn wij ook instinctief maar door ons bewustzijn hebben we de mogelijkheid om andere keuzes te maken. Tijdens de opvoeding van onze honden moeten we hier dus rekening mee houden! Doe je dit niet dan ontstaat er probleemgedrag wat meestal gewoon natuurlijk gedrag is voor je hond maar een probleem voor ons. Het is dus belangrijk om je hond hond te laten zijn, denk hierbij bv. aan het belang van snuffelen.

Zoals ik eerder heb aangehaald is hondentaal geen mensentaal. Door ons te verdiepen in het gedrag van honden kunnen we hen niet enkel commando’s aanleren maar begrijpen we ook wat hun mogelijkheden en beperkingen zijn. We moeten namelijk investeren in hun ontwikkeling! Met een enthousiaste hond leer je op deze manier werken aan zijn impulscontrole en met een onzekere hond aan zijn zelfvertrouwen. Heel vaak wordt angstig, onzeker, agressief of impulsief gedrag gezien als probleemgedrag maar veel is te wijten aan de socialisatie en de opvoeding van de hond. Leer in mijn ander blog hoe je het beste omgaat met ongewenst gedrag. Honden kunnen ons enkel in hondse taal aangeven hoe ze zich voelen en net daarom moeten wij hun taal leren. Op die manier kunnen we ze ook aanleren hoe ze met die gevoelens kunnen omgaan en hoe ze zich beter kunnen gedragen in moeilijke situaties.


Behandel je hond als een kind.

Ik ben in dit blog continu aan het duidelijk maken dat honden geen mensen zijn en nu ga ik toch plots zeggen dat je je hond als een kind moet behandelen?! Laat mij dit even verduidelijken. Als je je hond als een kind gaat behandelen of opvoeden dan wil dit niet zeggen dat je hem niet meer als een hond gaat bekijken. Er zijn namelijk een aantal belangrijke argumenten die we in ons achterhoofd moeten houden waarom we onze honden net wel als kleine kinderen zouden behandelen/opvoeden.

De manier waarop honden functioneren kan je goed vergelijken met de manier waarop kinderen functioneren. Er wordt gereageerd vanuit een impuls en net als peuters en pubers hebben ze weinig impulscontrole. Honden reageren instinctief en denken niet na over de gevolgen. Honden kunnen niet redeneren en leggen dus geen directe link tussen oorzaak en gevolg. Ze leren uit gewenning. Wat hen iets positiefs oplevert zullen ze vaker herhalen omdat ze opportunisten zijn. Jonge kinderen hebben die capaciteiten ook nog niet om na te denken over de mogelijke gevolgen van hun acties en handelen dus ook vanuit hun impulsen en leren door herhaling.

Volwassen honden maken voornamelijk gebruik van hun instinct en aangeleerd gedrag. Als we onze hond iets willen aanleren dan kunnen wij de associaties die ze leggen gaan sturen. We kunnen iets positiefs (zoals het geven van een voertje) linken aan een bepaald gedrag. Vanwege die beperkte impulscontrole is het belangrijk dat we dit in kleine behapbare stukjes doen zodat we geen frustratie creëren bij onszelf of onze hond. Als we hier consequent in handelen en de hond leren dat het hem meer oplevert als hij voldoet aan onze verwachtingen i.p.v. zijn eigen zin te doen dan gaat je hond het gewenste gedrag vaker uit zichzelf gaan vertonen, simpelweg omdat dit hem het meeste oplevert!

Een hond is een volwaardig lid van het gezin net zoals je kind. Toch is het belangrijk dat je steeds respect voor hem blijft hebben als hond en als individu. Geef je hond de nodige beweging, laat hem zijn neus gebruiken en vervul zijn natuurlijke behoeften op een manier waar jullie beide tevreden mee zijn. De rol van ons als hondenbegeleider, -opvoeder of -ouder (of hoe je jezelf ook wilt noemen) kan je dus vergelijken met de rol van een liefhebbende ouder. 



Behandel je hond dus als een kind... je hondenkind!